5.6 Waterafvoer
De afvoerslang moet op een hoogte van niet
minder dan 60 cm en niet meer dan 100 cm
van de vloer worden geplaatst.
Het is mogelijk om de afvoerslang op verschillende manieren aan te sluiten:
min.600 mm
max.1000 mm
(*) Onderhevig aan wijziging zonder kennisgeving.
• Sluit de afvoerslang aan op de tapkraan
en draai deze vast met een klem.
• Plaats de slang rechtstreeks op een
ingebouwde afvoerleiding in de
kamerwand en draai deze vast met een
klem.
• Zonder de plastic slanggeleider, naar een
gootsteentapkraan - Plaats de afvoerslang
in de tapkraan en draai deze vast met een
klem.
• Naar een standaardleiding met
ventilatiegat - Steek de afvoerslang
rechtstreeks in een afvoerleiding of
standleiding.
• De afvoerslang kan in U-vorm worden
gebogen en rond de plastic geleider
worden geplaatst. Aan de rand van een
gootsteen - Bevestig de geleider aan de
waterkraan of aan de muur.
14
NEDERLANDS
(
*
)
U kunt de afvoerslang verlengen tot
maximaal 400 cm. Neem contact op met
het erkende servicecentrum voor
aanschaf van de andere afvoerslang en
het verlengstuk.
Zorg ervoor dat de afvoerslang een lus
maakt om te voorkomen dat er deeltjes
uit de gootsteen in het apparaat komen.
Zorg ervoor dat de plastic geleider niet
kan bewegen wanneer het apparaat
leegloopt en het uiteinde van de
afvoerslang niet in het water is
ondergedompeld. Er kan vuil water in het
apparaat terechtkomen.