Soort voedsel
Gevogelte
Rundvlees
Varkensvlees
Lamsvlees
Worst
Ham
Restjes met vlees
5.5 Tips voor het koelen van
voedsel
• Het vak voor vers voedsel is het vak met
de markering (op het typeplaatje) met
.
• Een goede temperatuurinstelling die de
conservering van vers voedsel garandeert
is een temperatuur lager dan of gelijk aan
+4°C.
6. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie de hoofdstukken over veiligheid.
6.1 Het reinigen van de binnenkant
Reinig vóór het eerste gebruik de binnenkant
en alle accessoires met lauwwarm water en
neutrale zeep en droog vervolgens af.
LET OP!
De accessoires en onderdelen van het
apparaat zijn niet vaatwasserbestendig.
6.2 Periodieke reiniging
Reinig de apparatuur regelmatig:
• Reinig de binnenkant en de accessoires
met lauw water en wat neutrale zeep.
Spoel af en veeg ze droog.
• Veeg de deurafdichtingen regelmatig
schoon.
6.3 Ontdooien van de koelkast
Rijp wordt tijdens normaal gebruik
automatisch van de verdamper van het
• Gebruik altijd gesloten recipiënten voor
vloeistoffen en voor voedsel, om smaken
Houd‐
of geuren in het vak te voorkomen.
baarheid
• Om kruisbesmetting tussen gekookt en
(maan‐
rauw voedsel te voorkomen, bedekt je het
den)
gekookte voedsel en scheidt je het van het
9 - 12
rauwe.
6 - 12
• Wikkel het vlees in en plaats het op de
4 - 6
glazen plank boven de groentelade.
6 - 9
• Ontdooi het voedsel in de koelkast.
1 - 2
1 - 2
• Plaats geen warm voedsel in het
2 - 3
apparaat.
• Reinig fruit en groenten en plaats ze in
een speciale lade (groentelade).
• Bewaar geen exotisch fruit in de koelkast.
• Bewaar geen groenten zoals tomaten,
aardappelen, uien en knoflook in de
koelkast.
• Sluit de flessen voordat u ze in de
koelkast plaatst.
koelgedeelte verwijderd. Het ontdooiwater
loopt door een trog naar een speciale
container waar het verdampt.
Reinig regelmatig de afvoeropening voor
ontdooiwater in het midden van het koelvak.
Gebruik de buisreiniger die bij het apparaat is
geleverd.
6.4 De vriezer ontdooien
Het vriesvak is vorstvrij. Er is geen ijsvorming
op de binnenwanden of op het voedsel als
het apparaat in werking is.
6.5 Periode dat het apparaat niet
gebruikt wordt
NEDERLANDS
11