3
Druk op
,
de afstandsbediening om de
ingangsfunctie te kiezen.
• Druk eenmaal op
Gebruik
om de gewenste inputmodus
te selecteren.
Opmerking
• Wanneer er geen signaal wordt
ontvangen,verschijnt "GEEN SIGNAAL"
op het display. Wanneer een signaal
wordt ontvangen waarvoor de projec-
tor niet vooraf is ingesteld, verschijnt
"OUGELDIG" op het display.
• Wanneer Auto zoeken ingeschakeld
AAN is kunnen de ingangsfuncties met
signalen wordt ingesteld (zie pagina 64).
• De INPUT-modus wordt niet weergegeven
als "OSD display" (OSD-weergave) is
ingesteld op "Niveau A" of "Niveau B" (zie
pagina 65).
Meer over de ingangsfuncties
INGANG 1
Wordt gebruikt om beelden te
INGANG 2
projecteren uit apparatuur met
(RGB/
RGB- of componentsignalen,
Component)
die is aangesloten op de RGB
inputaansluiting.
INGANG 3
Wordt gebruikt voor het
(Video)
projecteren van beelden
vanaf een apparaat dat
aangesloten is op de
VIDEO-ingangsaansluiting.
INGANG 4
Wordt gebruikt voor het
(S-Video)
projecteren van beelden
vanaf een apparaat dat
aangesloten is op de S-
VIDEO-ingangsaansluiting.
4
Druk op
of
bediening om het volume van de
luidspreker in te stellen.
Opmerking
• Door te drukken op
volume.
Door te drukken op
volume.
• Op de projector kunt u het volume
instellen door te drukken op
•
en
op de projector functioneren
als cursortoetsen (\, |) wanneer het
menuscherm actief is.
,
of
op
op de projector.
op de afstands-
verlaagt u het
verhoogt u het
of
.
M In-beeld-display (voorbeeld)
INGANG 1-functie
Met RGB
Met
Component
INGANG 2-functie
Met RGB
Met
Component
INGANG 3-functie
Met Video
INGANG 4-functie
Met S-Video
VOLUME-
toetsen
35