Benaming van de onderdelen
Nummers in
verwijzen naar de hoofdpagina's in deze gebruiksaanwijzing waar het onderwerp
wordt uitgelegd.
Projector (voor- en bovenaanzicht)
Aan/uit-toetsen
(ON/OFF)
Schakelt het apparaat in of
uit.
Bedrijfsindicator
Licht rood op wanneer de
projector in stand-by staat.
Wanneer het apparaat wordt
ingeschakeld, licht deze
indicator groen op.
Lampindicator (LAMP)
Licht groen op, geeft normale
functionering aan. Vervang de
lamp wanneer de indicator rood
oplicht.
Temperatuurindicator
(TEMP.)
Wanneer de
binnentemperatuur stijgt, licht
deze indicator rood op.
Toets voor ongedaan
maken (UNDO)
Voor het ongedaan maken
van een bediening of het
terugkeren naar de
standaardinstellingen.
Invoertoets (ENTER)
Voor het instellen van in het
menu geselecteerde of
gewijzigde items.
27
Hoogte aanpassen-
toets
(HEIGHT ADJUST)
27
Stelvoetjes
Handvat
10
34
34
83
83
39
42
Monteren en verwijderen van de lensdop
• Druk op de twee toetsen van de lensdop
en monteer hem op de lens. Laat de toetsen
dan los om de dop op zijn plaats te
vergrendelen.
• Druk op de twee toetsen van de lensdop
en verwijder hem van de lens.
35
Ingangsfunctietoets
(INPUT)
Voor het inschakelen van
ingangsfunctie 1, 2 3 of 4.
38
Trapeziumvorm-toets
(KEYSTONE)
Voor het afstellen van de
trapeziumcorrectie of de
digitale beeldverschuiving.
50
Automatische-
synchronisatietoets
(AUTO SYNC)
Voor het automatisch
afstellen van beelden bij
aansluting op een computer.
42
Insteltoetsen
(', ", \, |)
Voor het selecteren van
menu-items.
35
VOLUME-toetsen (VOL)
Voor het afstellen van het
geluids-niveau van de
luidspreker.
43
MENU-toets (MENU)
Voor het weergeven van
instelschermen.
28
Zoomknop
28
Scherpstelring
80
Inlaatopening
13
Afstandsbedieningssensor
81
Luchtfilter/ventilator
(inlaatopening)
(aan de onderkant van de
projector)