2. Opstarten/Basisbediening
Toekennen van veelgebruikte functies aan de
knoppen (functieknoppen)
1
Selecteer het menu.
>
MENU
[Instelling in opnamemodus]/[Instelling in afspeelmodus]
2
Druk op 3/4 om de functieknop waaraan u
een functie wilt toekennen te selecteren en
druk vervolgens op [MENU/SET].
3
Druk op 3/4 om de functie die u wilt toekennen
te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
• Raadpleeg voor details over de functies die in [Instelling in opnamemodus] ingesteld
kunnen worden
• Raadpleeg voor details over de functies die in [Instelling in afspeelmodus] ingesteld
kunnen worden
• Selecteer [Terug naar standaard] om de instellingen van de default-functieknop opnieuw in te stellen.
De functieknoppen instellen vanuit het beeldscherm met opname-informatie op
∫
de monitor
U kunt het beeldscherm in stap
scherm met opname-informatie op de monitor (P41).
Snel functies toekennen
∫
U kunt het scherm weergeven in stap
drukken en die ingedrukt te houden (2 seconden).
• Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de modus of het
weergegeven beeldscherm.
• Sommige functies kunnen niet toegekend worden, afhankelijk van de functieknop.
Gebruik van de functieknoppen tijdens het opnemen
Druk op de functieknop waarmee u de toegekende functie wilt gebruiken.
Gebruik van de functieknoppen met
∫
aanraakhandelingen
1
Raak [ ] aan.
2
Raak [Fn6], [Fn7], [Fn8], [Fn9] of [Fn10] aan.
[Voorkeuze] >
P51
P53
2
ook laten weergeven door aanraking van [Fn] op het
3
door op een functieknop ([Fn1] tot [Fn5]) te
[Bediening] > [Fn knopinstelling]>
50
Fn6
Fn6
Fn6
Fn7
Fn7
Fn7
Fn8
Fn8
Fn8
Fn9
Fn9
Fn9
OFF
OFF
OFF
Fn10
Fn10
Fn10
OFF
OFF
OFF