11. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie
Wi-Fi-functie/Bluetooth-functie
Voor Gebruik
∫
• De klok instellen.
(P32)
• Om de Wi-Fi-functie op dit toestel te gebruiken, wordt een draadloos toegangspunt vereist, dan
wel een bestemmingstoestel dat uitgerust is met de draadloze LAN-functie.
Over het WIRELESS-verbindingslampje
∫
Als de Wi-Fi/Bluetooth functie ingeschakeld of
Brandt blauw
verbonden is
Als beeldgegevens verzonden worden door de
Knippert blauw
camera te bedienen
• In [Draadloze lamp verbinding] in het [Set-up] menu kunt u de lamp
instellen zodat die niet zal gaan branden/knipperen.
De [Wi-Fi]-knop
∫
In deze gebruiksaanwijzing zal een functieknop waaraan [Wi-Fi] toegekend is [Wi-Fi]-knop
genoemd worden.
(Als standaard instelling is [Wi-Fi] aan [Fn6] toegekend als de camera in de
opnamemodus staat, terwijl het aan [Fn1] toegekend wordt als de camera in de
afspeelmodus staat.)
• Raadpleeg voor informatie over de functieknop P50.
Stappen voor indrukken van [Wi-Fi] (in opnamemodus)
1
Raak [ ] aan.
2
Fn6
Raak [
] aan.
(P202)
228
Fn6
Fn6
Fn6
Fn7
Fn7
Fn7
Fn8
Fn8
Fn8
Fn9
Fn9
Fn9
OFF
OFF
OFF
Fn10
Fn10
Fn10
OFF
OFF
OFF