10. De menufuncties gebruiken
[Oogsensor AF]
De camera stelt het brandpunt automatisch in als de oogsensor actief is.
• De [Oogsensor AF] werkt misschien niet onder omstandigheden met gedimd licht.
[Spot AF-Instelling]
Dit verandert de instelling voor een vergrote weergave die verschijnt als de Auto
Focusmodus op [
[Spot AF tijd]
[Spot AF weergave]
[AF ass. lamp]
Dit schakelt het AF Assist-lampje in voor een gemakkelijker scherpstelling als u de
sluiterknop tot halverwege indrukt terwijl de foto op een donkere plaats gemaakt wordt.
• Het effectieve bereik van het AF Assist-lampje is 1,5 m.
• [AF ass. lamp] staat in het volgende geval vast op [OFF]:
– Wanneer [Stille modus] op [ON] gezet is
[Direct focuspunt]
Verplaatst de AF-zone of de MF Assist, door de cursorknop te gebruiken wanneer een
opname gemaakt wordt.
• U kunt onderstaande posities verplaatsen met de cursorknop.
– Als [š]/[
]/[
– Als [
] geselecteerd is: vergrendelde positie
– Als [
] geselecteerd is: vergrote zone
• Gebruik het Quick Menu
de cursorknop toegekend zijn, zoals witbalans en ISO-gevoeligheid.
• [Direct focuspunt] staat in het volgende geval vast op [OFF]:
– Als [Filterinstellingen] gebruikt wordt
] gezet is.
Stelt in hoe lang het vergrote scherm weergegeven wordt wanneer
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt.
Stelt de weergavemodus van het vergrote scherm in (vensterscherm/
volledig scherm).
]/[Ø] geselecteerd is: AF-zone
(P49)
of de functieknoppen
(P50)
om de functies in te stellen die aan
187