In bedrijf nemen
6.3.2
Overstortventiel inbouwen
▶ Bouw een voor drinkwater toegelaten overstortventiel (≥ DN 20) in
de koudwaterleiding in ( afb. 10, pagina 71).
▶ Installatiehandleiding van het overstortventiel respecteren.
▶ De uitstroomleiding van het overstortventiel moet in het tegen be-
vriezing beschermde gebied via een afwatering uitmonden, waarbij
de plaats vrij moet kunnen worden geobserveerd.
– De uitstroomleiding moet minimaal overeenkomen met de uitlaat-
diameter van de veiligheidklep.
– De uitstroomleiding moet minimaal het debiet aankunnen, dat in
de koudwateringang mogelijk is ( tab. 59).
▶ Instructiebord met de volgende tekst op het overstortventiel aan-
brengen "Uitstroomleiding niet afsluiten. Tijdens het verwarmen kan
bedrijfsmatig water ontsnappen."
Wanneer de rustdruk van de installatie hoger wordt dan 80 % van de aan-
spreekdruk van het overstortventiel:
▶ Drukreduceerventiel voorschakelen ( afb. 10, pagina 71).
Aansluitdruk
Aanspreekdruk
(rustdruk)
overstortventiel
< 4,8 bar
≥ 6 bar
5 bar
6 bar
5 bar
≥ 8bar
6 bar
≥ 8bar
7,8 bar
10 bar
Tabel 61 Keuze van een geschikt drukreduceerventiel
6.4
Elektrische weerstand (toebehoren)
▶ Bouw de elektrische weerstand conform de separate installatiehand-
leiding in.
▶ Voer na afronding van de installatie van de boiler een randaardetest
uit. Betrek daarin alle metalen aansluitkoppelingen.
7
In bedrijf nemen
GEVAAR
Beschadiging van de boiler door overdruk!
Door overdruk kunnen spanningsscheuren ontstaan.
▶ Uitblaasleiding van het overstortventiel niet afsluiten.
▶ Voer voor de aansluiting van de boiler de dichtheidstest op de water-
leidingen uit.
▶ Neem cv-ketels, modules en toebehoren conform de instructies van
de leverancier in de technische documenten in gebruik.
7.1
Boiler in bedrijf nemen
VOORZICHTIG
Gevaar voor de gezondheid door verontreiniging van het drinkwater!
Voor het vullen van de boiler:
▶ Vervuilingen uit de leidingen en uit de boiler spoelen.
▶ Boiler bij geopend warmwateraftappunt vullen tot er schoon water
uitkomt.
▶ Voer een dichtheidscontrole uit.
48
Drukreduceerventiel
in de EU + CH Buiten de EU
Niet
Niet
nodig
nodig
≤ 4,8 bar
≤ 4,8 bar
Niet
Niet
nodig
nodig
≤ 5 bar
Niet
nodig
≤ 5 bar
Niet
nodig
Voer de lekdichtheidstest van de boiler uitsluitend met drinkwater uit.
De testdruk mag aan de warmwaterzijde maximaal 10 bar overdruk zijn.
Instelling van de boilertemperatuur
▶ Gewenste boilertemperatuur conform de bedieningshandleiding van
de cv-ketel instellen, rekening houdend met het verbrandingsgevaar
aan de warmwatertappunten ( hoofdstuk 7.2).
7.2
Instrueren gebruiker
WAARSCHUWING
Verbrandingsgevaar aan de tappunten van het warm water!
Tijdens het warmwaterbedrijf bestaat afhankelijk van de installatie en
het bedrijf (thermische desinfectie) gevaar voor letsel door hete vloei-
stoffen aan de warmwatertappunten.
Bij instelling van een warmwatertemperatuur boven 60 °C is de inbouw
van een thermische mengkraan voorgeschreven.
▶ Wijs de gebruiker erop dat hij alleen gemengd water gebruikt.
▶ Werking en gebruik van de cv-installatie en de boiler uitleggen en op
veiligheidstechnische aspecten wijzen.
▶ Leg de werking en controle van het overstortventiel uit.
▶ Overhandig alle bijbehorende documenten aan de gebruiker.
▶ Aanbeveling voor de gebruiker: sluit een onderhouds- en inspec-
tiecontract af met een erkend vakman. Onderhoud de boiler conform
de gegeven onderhoudsintervallen ( tab. 10.3) en jaarlijks in-
specteren.
Wijs de gebruiker op de volgende punten:
▶ Warmwatertemperatuur instellen.
– Bij opwarmen kan water uit het overstortventiel ontsnappen.
– Uitstroomleiding van het overstortventiel altijd open houden.
– Onderhoudsintervallen naleven ( tab. 10.3).
– Aanbeveling bij vorstgevaar en kortstondige afwezigheid van
de gebruiker: laat de cv-installatie in bedrijf en stel de laagste
warmwatertemperatuur in.
8
Buitenbedrijfstelling
▶ Schakel bij een geïnstalleerde elektrische weerstand (toebehoren)
de boiler spanningsloos.
▶ Schakel de temperatuurregelaar op de regelaar uit.
WAARSCHUWING
Verbrandingsgevaar door heet water!
Heet water kan zware verbranding veroorzaken.
▶ Laat de boiler voldoende afkoelen.
▶ Boiler leegmaken ( afb. 15 / 16, pagina 72).
Hiervoor de naastgelegen waterkranen, vanuit boiler gezien, gebrui-
ken.
▶ Stel alle modules en toebehoren van de cv-installatie conform de aan-
wijzingen van de fabrikant in de technische documentatie buiten be-
drijf.
▶ Afsluiters sluiten ( afb. 17, pagina 72).
▶ Maak de warmtewisselaar drukloos.
▶ Warmtewisselaar aftappen en uitblazen ( afb. 18, pagina 73).
Om corrosie te voorkomen:
▶ Laat de inspectie-opening open zodat de binnenruimte goed kan dro-
gen.
Stora – 6720883814 (2023/08)