Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ingebruikname; Plaatsing; Bediening - Indexa EW01 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 13
!
Gebruik het apparaaten uitsluitend met de toegelaten batterijtypes.
!
Gebruik altijd nieuwe batterijen, nooit gebruikte batterijen.
!
Vervang oude of verbruikte batterijen altijd zo snel mogelijk.
!
Verwijder de batterijen uit de apparaten, als deze vrij lang niet worden
gebruikt en trek de nettransformator van de contactdoos.
7

. Ingebruikname

!
Open het batterijvakdeksel [19] van de afstandsbediening [14] bij de
rand en verwijder deze van de afstandsbediening.
!
Plaats de meegeleverde batterij CR 2032 [20] zodanig in het
batterijvak [21], dat de "+" op de batterij nog leesbaar is.
!
Plaats het batterijvakdeksel weer op de afstandsbediening.
!
Tevens kunt u in de melder batterijen plaatsen die als
noodstroomvoorziening dienen bij uitval van de netstroom:
!
Draai de drie schroeven [12] met een geschikte schroevendraaier los.
!
Verwijder het batterijvakdeksel [13] van de melder [1].
!
Plaats 8 geschikte AA batterijen met de polen op de juiste plaats in
het batterijvak (zie afb. B).
!
Bevestig het batterijvakdeksel vervolgens weer op de melder.
!
Plaats de laagspanningsstekker van de nettransformator [25] in de
aansluiting voor de nettransformator [11] op de melder.
!
Sluit de nettransformator aan op een geschikt stopcontact.

8. Plaatsing

De microgolf-sensor in de melder bevindt zich aan de achterzijde van de
melder (zie afb. C, I). De sensor reageert op beweging van objecten (mensen,
auto's, dieren, etc.). e sensor kan bewegingen door objecten/muren uit
D
hout, kunststof, beton en bouwstenen detecteren, waarbij de reikwijdte
ongeveer halveert (zie afb. C, II).
#
Er kunnen echter geen bewegingen door metalen voorwerpen,
voorwerpen of muren die metaal bevatten, evenals dikke voorwerpen,
worden gedetecteerd (zie afb. D).
#
Plaats de melder binnenshuis met de achterkant richting de buitenmuur
waar de beweging gedetecteerd dient te worden, bijvoorbeeld naast de
huisdeur/balkondeur.
#
Vermijd metalen deuren, storende voorwerpen, kasten, etc. in het
detectiegebied (zie afb. D, I en III).
#
Let op dat zich geen warmtebronnen, magnetrons of draadloze
bewakingscamera's in de nabijheid van de melder bevinden; deze
kunnen tot storingen leiden.
#
Plaats de melder bij voorkeur op een tafel of rek direct bij de buitenmuur
(zie afb. D, II en IV).
#
U kunt de melder ook aan de muur hangen (montagehoogte ca. 0,8 m
tot 1,5 m):
!
Boor hiervoor twee geschikte gaten met een horizontale afstand van
5 cm.
Instructie:
Test eerst de werking en het detectiebereik van de
geplande montageplaats, alvorens u gaat boren.
!
Bevestig eventueel de twee meegeleverde pluggen [22] in de gaten.
!
Bevestig de twee meegeleverde schroeven [23] zodanig in de
pluggen, dat de schroefkoppen 5 mm uit de wand steken.
!
Bevestig de melder [1] met de ophanging [7] aan de schroefkoppen.
Geen plaatsing in:
#
Muren van caravans
#
Vensterglas
#
Muren met elektrische leidingen

9. Bediening

!
Stel de schakelaar in [9] op:
Hondengeblaf-modus
-
gong- of modus
sirenemodus (instelling boven of beneden: geen verschil)
!
Draai de regelaar voor de reikwijdte [3] op "MAX.".
!
Draai de regelaar [4] op het gewenste volume. De Power-LED [6] licht
op (color:zie hoofdstuk 11), de melder bevindt zich nu in de stand-by-
modus. Om de melder in te schakelen, drukt u op de toets I/0 [10] of
[17]. De ingeschakelde modus wordt aangegeven door het branden van
de Aan-LED [5], evenals door de:
hondengeblafmodus
gongmodus
sirenemodus
N
a een opstarttijd van ongeveer 60 seconden wordt de beschikbaarheid
van de melder door een pieptoon aangegeven.
B
ij detectie van een beweging, reageert de melder telkens via de
ingestelde modus:
H
ondengeblafmodus:
1
detectie binnen 5 seconden:
2
detecties binnen 5 seconden:
m
inimaal 3 detecties binnen 5 seconden:
G
ongmodus:
b
ij detectie:
S
irenemodus
1
detectie binnen 5 seconden:
m
in. 2 detecties binnen 5 seconden:
!
Met de regelaar [3] kunt u het detectiegebied van de melder instellen.
Reduceer de reikwijdte tot de noodzakelijke afstand. Bij de maximale
instelling (MAX.) reageert de sensor zeer gevoelig, waardoor er
stoormeldingen kunnen optreden.
!
Het volume bij een detectie kunt u met de regelaar [4] instellen.
!
Om de melder te deactiveren of de reactie na een detectie te
onderbreken, drukt u eenmaal op de toets [10] of [16]. Het LED [5]
gaat branden.
!
Om handmatig een circa 20 seconden durend sirenegeluid te activeren,
drukt u op de paniektoets [18] op de afstandsbediening. Deze wordt
altijd geactiveerd, onafhankelijk van de aan/uitmodus. Indien de
melder geactiveerd was, dan blijft deze ook na het sirenegeluid actief.
!
Om het sirenegeluid vroegtijdig uit te schakelen, drukt u op de toets
1x blaffen
2x "Ding-Dong"
3 pieptonen
1x blaffen
3x blaffen
10 sec. blaffen
2x "Ding-Dong"
3 sec. sirenegeluid
20 sec. sirenegeluid
NL - 15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Indexa EW01

Inhoudsopgave