6
Inhoudsopgave
Afb. 94
Het verduisteringsrolgordijn kan in gesloten toestand in het bovenste gedeelte naar bene-
den getrokken worden, om lichtinval mogelijk te maken.
6.9.2
Verduisteringsrolgordijn zijraam en deur van de bestuurderscabine,
geplooid
Afb. 95
Verduisteringsrolgordijn deur van de bestuurderscabine (A) openen/sluiten:
1. Rolgordijn (Afb. 95/1) in pijlrichting () openen.
2. Rolgordijn (Afb. 95/1) in pijlrichting () sluiten en met de magneet (Afb. 95/2) ver-
Verduisteringsrolgordijn zijramen (B) openen/sluiten:
1. Rolgordijn (Afb. 95/3) in pijlrichting () openen.
98
Verduisteringsrolgordijn voor-
ruit, met lichtinval
Verduisteringsrolgordijn zij-
raam/deur van de bestuurders-
cabine
grendelen.
CAR-0000-00NL