6.5
Dakluiken
Al naar gelang het model zijn er in de camper dakluiken met of zonder geforceerde venti-
latie ingebouwd. Bij dakluiken zonder afdichtrubber betreft het de voorgeschreven gefor-
ceerde ventilatie.
➢ De luchtopeningen van de geforceerde ventilaties moeten altijd open blijven. Dek
➢ De dakluiken mogen niet betreden worden, omdat deze kunnen breken.
➢ De dakluiken zijn voorzien van een verduisteringsrolgordijn en een rolhor. De ver-
➢ Sluit al naargelang het weer de dakluiken zo ver dat er geen vocht kan binnendrin-
➢ Tijdens het rijden de dakluiken sluiten.
➢ Om schade aan het verduisteringssysteem en de vouwverduistering te voorkomen,
➢ Sluit bij het verlaten van de camper altijd de dakluiken.
➢ Afhankelijk van het voertuigtype en vloerindeling zijn verschillende dakluiken inge-
6.5.1
Dakluik Mini Heki
➢ Controleer vóór vertrek de vergrendeling van het dakluik.
➢ Om schade aan het verduisteringssysteem en de vouwverduistering te voorkomen,
➢ Het dakluik tijdens het rijden niet openen.
➢ Vóór het openen van het dakluik, sneeuw, ijs of ander vuil verwijderen.
Het dakluik kan aan één zijde omhoog worden gezet. U heeft de keuze uit drie hoekstan-
den.
Het dakluik is voorzien van een verduisteringsrolgordijn en een rolhor.
➢ Dakluik bij sterke wind/regen niet openen.
➢ Dakluik bij sneeuwval en regen sluiten.
➢ Bij sterke zonlichtinstraling mag het verduisteringsrolgordijn alleen voor 2/3 geslo-
CAR-0000-00NL
nooit de ingebouwde geforceerde ventilatieopeningen (dakluiken met geforceerde
of paddenstoelventilatie) af, bijv. met een winterdek, en zet er nooit voorwerpen er-
voor.
Houd de geforceerde ventilatie vrij van sneeuw en bladeren.
duisteringsrolgordijn of rolhor langzaam in de uitgangspositie terug leiden, om deze
niet te beschadigen.
gen.
deze tijdens het rijden niet sluiten.
bouwd.
deze tijdens het rijden niet sluiten.
ten worden.
6
Wonen
77