Sluiten:
1. Uitzetraam door trekken aan de vergrendelingshendel (Afb. 69/1) sluiten.
2.
6.4.1.2
Uitzetraam continue ventilatie
Afb. 70
Om het uitzetraam in de stand "permanente ventilatie" te zetten:
1. Beveiligingsknop (Afb. 70/3) indrukken en ingedrukt houden.
2. Vergrendelingshendel (Afb. 70/1) loodrecht zetten.
3. Uitzetraam enigszins naar buiten drukken.
4. Vergrendelingshendel (Afb. 70/1) weer terugdraaien.
5. Zorg ervoor dat de beveiligingsknop niet ingedrukt is, maar de vergrendelinghendel
➢ De raamstand "permanente ventilatie" mag tijdens het rijden niet gehandhaafd blij-
➢ In de raamstand „permanente ventilatie" kan bij regen spatwater in het woonge-
CAR-0000-00NL
Vergrendelinghendel (Afb. 69/1) naar u toe trekken en rechtsom horizontaal zetten.
De vergrendelingshendel moet aan de binnenzijde van het raamprofiel (Afb. 69/3) lig-
gen.
Vergrendeling uitzetraam
De vergrendelinghendel zo sluiten, dat hij om het raamprofiel (Afb. 70/2) heen grijpt.
(Afb. 70/1) vastzet.
ven.
deelte binnendringen. Sluit daarom de uitzetramen volledig.
6
Wonen
75