1. Haak de draaimand 12 / het
draaispit 10 eerst aan de rechterzijde
van de binnenruimte in de uitsparing.
2. Druk de ontgrendelingstoets 4 naar
rechts en haak de draaimand 12 / het
draaispit 10 aan de linkerzijde in.
3. Laat de ontgrendelingstoets 4 los om de
draaimand 12 / het draaispit 10 aan
de linkerzijde te vergrendelen.
Het vierkantje hoeft nog niet precies te
passen. Wanneer de rotatiefunctie op-
start, plaatst het vierkantje zich automa-
tisch in de juiste stand.
4. Houd voor eruit halen de ontgrende-
lingstoets 4 naar rechts ingedrukt, ter-
wijl u de draaimand 12 / het
draaispit 10 met de greep 11 eruit
haalt.
Draaispit voor haantjes of
braadstukken
De juiste grootte van het haantje/
braadstuk
Het draaispit 10 heeft aan beide uiteinden
een kleine markering 9 (zie pijl). Let op het
volgende: deze markeringen 9 bevinden
zich alleen aan één zijde van het vierkantje.
De markeringen 9 kenmerken de buitenste
posities, waar de knopschroeven 7 mogen
worden bevestigd. De maximale lengte van
het haantje of het braadstuk is iets kleiner.
Controleer of het braadstuk het verwar-
mingselement 3 tijdens het gaar laten wor-
den met de rotatiefunctie niet raakt:
-
Het vastgezette braadstuk dient gelijk-
matig te zijn verdeeld rondom het
draaispit 10 en mag niet te dik zijn.
-
Bind de losse of uitstekende delen van
het braadstuk met keukendraad vast
aan het braadstuk. Er mogen geen de-
len losraken gedurende het garen.
45
NL