6.3
Geluidssterktereg
eling en
hoofdtelefoon
6.4
Lokaliseren van
de camerakop
6.4.1
Visuele Lokalisatie
Afb. 6: Lokalisatie van de camerakop
Een akoestisch signaal verduidelijkt de afstand
van de locator tot de camerakop. Het wordt
sterker, naarmate de locator dichter bij de
camerakop komt.
Druk op de +toets om de geluidssterkte te
verhogen.
Druk op de –toets om de geluidssterkte te
verminderen.
Zodra u een hoofdtelefoon via de
koptelefoonaansluiting aansluiten, is het
akoestische signaal alleen nog via de
hoofdtelefoon te horen
WENK!
De zender in de camerakoppen VIS 250 en VIS
350 is uit te schakelen. Let er bij het werken met
deze systemen op, dat de zender voor de
lokalisatie is ingeschakeld (vgl.
Bedieningshandleiding Wöhler VIS
200/250/300/350, hoofdstuk „Instellingen via het
menu")
Op het virtuele vlak wordt al direct na het
inschakelen van de locator de positie van de
zender aangegeven.
Een aanduiding van de sterkte tussen 0 en 100
geeft aan, hoe sterk de ontvangst is.
De lengteas van het virtuele vlak symboliseert de
afstand van de locator tot de zender.
Het virtuele vlak geeft eveneens de richting aan,
waarin de locator gestuurd moet worden, om bij
de camerakop te komen.
Als de cursor zich direct boven de locator-icoon
bevindt, is de camerakop gelokaliseerd.
Bediening
NL
T
59