nodig alle apparaten door op Opties
te drukken, gevolgd door Alles
verwijderen. Bevestig met de knop
OK.
Bediening via infotainmentsysteem
Bij draadloze koppeling en verbinding
begint het afspelen van de audio au‐
tomatisch.
Het audioapparaat kan dan worden
bediend via de displayopties van het
infotainmentsysteem.
Het bereik aan toegankelijke functies
die via het infotainmentsysteem kun‐
nen worden bediend, hangt van het
type audiospeler af.
Raadpleeg voor de bediening van
een draadloos verbonden audioappa‐
raat (NAVI 50) "Opgeslagen audiobe‐
standen afspelen" in het hoofdstuk
"USB-poort" 3 60.
NAVI 80 - Muziek afspelen via
Bluetooth
Bluetooth-verbinding
Een verbinding moet tot stand ge‐
bracht zijn tussen het audio-apparaat
en het infotainmentsysteem via Blue‐
tooth, d.w.z. het apparaat moet aan
de auto gekoppeld zijn voordat het
wordt gebruikt.
■ Er is maximumaantal audioappara‐
ten dat gekoppeld en opgeslagen
kan worden in de apparatenlijst,
maar er kan er maar één tegelijker‐
tijd verbonden zijn.
■ Als het apparaat zowel audiospe‐
ler- als telefoonfuncties heeft, wor‐
den beide functies gekoppeld. Mo‐
biele telefoon koppelen 3 124.
■ De telefoonfuncties blijven werken
terwijl de audiospeler in gebruik is
en audio-afspelen wordt tijdens het
gebruik van de telefoon buiten wer‐
king gesteld.
Extra audio-apparaat aan
infotainmentsysteem koppelen
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Multimedia en
Instellingen op het displayscherm.
Selecteer Media om naar het menu
Media-instellingen te gaan en selec‐
teer vervolgens de optie "Bluetooth-
verbinding configureren".
Streaming audio via Bluetooth
De koppelingsprocedure is vergelijk‐
baar met die van het koppelen van
een mobiele telefoon. Raadpleeg
(NAVI 80) "Bluetooth-verbinding" in
het hoofdstuk "Telefoon" 3 126.
Audio-apparaat aansluiten
Na afloop van de koppelingsproce‐
dure worden audioapparaten auto‐
matisch op het Infotainmentsysteem
aangesloten.
U kunt de audiobron op elk moment
wijzigen in de Bluetooth-modus om
bestanden van een aangesloten
Bluetooth-apparaat af te spelen.
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Multimedia en Media op
het displayscherm.
Druk op < (om een pop-upmenu te
openen) en selecteer Bluetooth-
verbinding om de audiobron te wijzi‐
gen in Bluetooth.
Audio-apparaat ontkoppelen
Als het audioapparaat of de Blue‐
tooth-functie op het audioapparaat
wordt uitgeschakeld, wordt het appa‐
raat van het infotainmentsysteem ont‐
koppeld.
69