Draai aan de centrale draaiknop om
Balans/fader te selecteren. Druk op
de knop om de huidige displayinstel‐
lingen voor Balans weer te geven en
draai aan de draaiknop voor bijstel‐
ling.
Druk de knop in om de gewenste
waarde in te stellen en de Fader-in‐
stelling weer te geven.
Volumeverdeling voor - achter
instellen
De Fader-instelling wordt weergege‐
ven nadat Balans is ingesteld.
Draai aan de centrale draaiknop om
de fader tussen voor/achter af te stel‐
len.
Middelhoog volume voorin
Het volume achterin onderdrukken en
alleen het volume voorin de auto ma‐
tigen:
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.
Draai aan de centrale draaiknop om
Achter UIT te selecteren en druk op
de knop in te stellen.
Automatic Gain Control (AGC)
Contourfunctie inschakelen:
Selecteer het menu AGC
geactiveerd en druk op de centrale
draaiknop om te activeren.
Standaard audio-instellingen
herstellen
Selecteer Standaardinstellingen en
druk op de centrale draaiknop om te
bevestigen.
Alle audio-instellingen worden weer
op hun standaardwaarden gezet.
Softwareversie weergeven
Om de softwareversie weer te geven,
gaat u naar het menu
Softwareversie en drukt u op de cen‐
trale draaiknop.
NAVI 50 - Geluidsinstellingen
U kunt op ieder gewenst moment
naar het instellingenmenu gaan door
op de knop Start ; te drukken, ge‐
volgd door INSTELLINGEN op het
displayscherm.
Inleiding
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
■ Audio
Zie "Audio-instellingen" hieronder.
■ Beeldscherm
Raadpleeg (NAVI 50) "Systeemin‐
stellingen" 3 37.
■ Bluetooth
Raadpleeg (NAVI 50) "Systeemin‐
stellingen" 3 37.
■ Systeem
Raadpleeg (NAVI 50) "Systeemin‐
stellingen" 3 37.
Audio-instellingen
Selecteer Audio voor de volgende op‐
ties:
■ Volume/snelheid (Uit/1/2/3/4/5)
Snelheidsafhankelijke volumere‐
geling - zie (NAVI 50) "Volume-in‐
stellingen" 3 36.
35