Audio-apparaat ontkoppelen
Om een audio-apparaat van het Info‐
tainmentsysteem te ontkoppelen, se‐
lecteert u het gewenste apparaat in
het Bluetooth-verbinding-menu en
selecteert u vervolgens Apparaat
loskoppelen door de centrale draai‐
knop te draaien en in te drukken. Een
displaybericht bevestigt de ontkoppe‐
ling.
Als het audio-apparaat of de Blue‐
tooth-functie op het audio-apparaat
wordt uitgeschakeld, wordt het appa‐
raat ook van het infotainmentsysteem
ontkoppeld.
Extra audio-apparaat van
infotainmentsysteem ontkoppelen
Wanneer de lijst met gekoppelde au‐
dio-apparaten vol is, kan een nieuw
apparaat alleen gekoppeld worden
wanneer een bestaand apparaat
wordt ontkoppeld.
Om te ontkoppelen, d.w.z. een audio‐
apparaat uit het geheugen van het
systeem te verwijderen, drukt u op de
toets SETUP / TEXT en selecteert u
Bluetooth-verbinding. Selecteer het
gewenste audioapparaat uit de lijst,
druk op de centrale draaiknop en se‐
lecteer Verwijderen.
Bediening via infotainmentsysteem
Bij draadloze koppeling en verbinding
begint het afspelen van de audio au‐
tomatisch.
Het audio-apparaat kan dan via de
functietoetsen van het infotainment‐
systeem, draaiknoppen en display‐
menu's worden bediend.
Het bereik aan toegankelijke functies
die via het infotainmentsysteem kun‐
nen worden bediend, hangt van het
type audiospeler af.
De bediening van het audio-apparaat,
wanneer dit draadloos is verbonden,
is gelijk aan de bediening voor de cd-
speler 3 54.
NAVI 50 - Muziek afspelen via
Bluetooth
Bluetooth-verbinding
Een verbinding moet tot stand ge‐
bracht zijn tussen het audio-apparaat
en het infotainmentsysteem via Blue‐
Streaming audio via Bluetooth
tooth, d.w.z. het apparaat moet aan
de auto gekoppeld zijn voordat het
wordt gebruikt.
Raadpleeg (NAVI 50) "Bluetooth-ver‐
binding" in het hoofdstuk "Telefoon"
3 126.
■ Er kunnen maximaal 8 audio-appa‐
raten gekoppeld en opgeslagen
worden in de apparatenlijst, maar
er kan er maar één tegelijkertijd
verbonden zijn.
■ Als het apparaat zowel audiospe‐
ler- als telefoonfuncties heeft, wor‐
den beide functies gekoppeld. Mo‐
biele telefoon koppelen 3 124.
■ De telefoonfuncties blijven werken
terwijl de audiospeler in gebruik is
en audio-afspelen wordt tijdens het
gebruik van de telefoon buiten wer‐
king gesteld.
Extra audio-apparaat aan
infotainmentsysteem koppelen
U kunt het audioapparaat koppelen
door op de knop Start ; te drukken,
gevolgd door INSTELLINGEN op het
displayscherm.
67