Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Positie/Afstanden Van De Extra Panlatten - Nefit SCM3 Installatie- En Onderhoudsinstructies

Vlakke collector voor zonnethermische systemen
Inhoudsopgave

Advertenties

6
Dak voor de montage voorbereiden

6.3.2 Positie/afstanden van de extra panlatten

Verticale collectoren
3
2
1
Afb. 29 Extra daklatten (type verticaal)
[1]
Panlat voor montageplaat
[2]
Panlatten voor collectorklemmen
[3]
Panlatten voor bovenste dekplaat
Afstanden van de extra panlatten [mm]
Dakpan
Afstanden
Verticaal
D
140
E
200—380
F
1030
G
1808— 1988
H
2230
I
2400
J
2600
Tabel 19 Afstanden van de extra panlatten
6.3.3 Extra panlatten monteren
VOORZICHTIG: Schade aan gebouwen door lekkende
daken!
▶ De uiteinden van de panlatten op de spanten bevesti-
gen.
▶ De uiteinden van de panlatten goed vastzetten, bij-
voorbeeld met behulp van extra aanwezige panlatten.
▶ Niveauverschillen in de spanten compenseren.
Bij de montage van de extra panlatten precies boven
aanwezige panlatten:
▶ Extra panlatten zo ver naar boven verschuiven, dat
voldoende plaats overblijft voor het inhangen van de
dakpannen.
20
6720647804-06.1T
Holle dakpan
Horizontaal
Verticaal
140
280
200—380
200—380
1030
810—998
1808— 1988
1230
2230
1380
2370
1600
2720
Horizontale collectoren
3
2
1
Afb. 30 Extra montage (type horizontaal)
[D]
Afstand tot panlat voor montageplaat
[E]
Afstand tot panlat voor collectorklem op onderste montage-uit-
sparing
[F]
Afstand tot panlat voor collectorklem op middelste montage-uit-
sparing
[G]
Afstand tot panlat voor collectorklem op bovenste montage-uit-
sparing
[H]
Afstand tot panlat voor polystyreen op bovenste dekplaat
[I]
Afstand tot panlat voor polystyreen op bovenste dekplaat
[J]
Afstand tot panlat voor bovenste dekplaat
Leisteen
Horizontaal
Verticaal
280
140
200—380
200—380
1030
810—998
1808— 1988
1230
2230
1500
2400
1730
2600
Wanneer een extra panlat op een positie moet worden
gemonteerd, die een aanwezige panlat in het collector-
veld overlapt:
▶ Aanwezige panlatten verplaatsen.
▶ Extra panlatten voor montageplaat ( afb. 29 en 30, [1]) monteren.
De exacte uitrichting van de panlat voor de montageplaat
( afb. 29 en 30, [1]) is afhankelijk van de uitrichting
van de bedekking.
▶ Panlat over de gehele lengte van de bovenkant van de
onderste dekking uitrichten. Daarvoor eventueel een
richtsnoer gebruiken.
▶ Extra panlatten voor collectorklemmen ( afb. 29 en 30, [2]) mon-
teren.
▶ Extra panlatten voor bovenste dekplaat ( afb. 29 en 30, [3]) mon-
teren.
6720647804-59.1T
Horizontaal
140
200—380
810—998
1230
1380
1600
SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave