▶ Geef de installatie- en bedieningshandleidingen aan de eigenaar in be- waring. Voor het bewaren geldt: – Bewaren op een zichtbare locatie, beschermd tegen hitte, water en stof, – doorgeven aan de volgende eigenaar/eindgebruiker. SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
Specificaties collector en accessoires mbar Specificaties collector en accessoires De vlakke collector SCM3 wordt in deze handleiding kortweg collector genoemd. Collector 6720803995-31.1ST Afb. 2 Drukverliezen van de collectoren Drukverliescurve voor type verticaal Drukverliescurve voor type horizontaal 2.1.2 Typeplaat De typeplaat van de collector bevindt zich op het collectorhuis.
Collector met collectorsensor boven De maximale sneeuwbelasting resulteert uit de regionale zones Leiding (retour) (sneeuwbelastingszones) en de terreinhoogte. Zonnestation met expansievat, temperatuur- en veiligheidsin- ▶ Informeer naar de lokale sneeuwbelastingen. richtingen Zonneboiler Zonneregelaar Leiding (aanvoer) SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
– Draagriem – 3-punts zuignappen Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn milieuvriende- – dakdekkersladder of inrichtingen voor schoorsteenveegwerk lijk en kunnen worden hergebruikt. – Bouwlift – Bouwsteiger ▶ Voer de transportverpakking af via milieuvriendelijke recyclingmetho- den. SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
[1] vlak kan aanliggen. 6720804148.09-1.ST 6720804148.09-1.ST Afb. 26 Maat X Maat X op panlat Te verwijderen dakpannenrij ▶ Aan iedere zijde van het collectorveld indien nodig extra rijen dakpan- nen weghalen voor betere begaanbaarheid. SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
De platen met grijze achtergrond zijn componenten van de uitbreidingsset. Verticale opstelling van de collectoren 6720647804-58.1T Afb. 36 Opstelling bij één-collector (links: verticaal, rechts: horizontaal) 6720647804-68.1T Afb. 32 Opstelling bij 2 collectoren SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
2000 1900 1900 2285 2195 2195 6720804148-05.1ST Afb. 38 Collectortype horizontaal (3 collectoren), grijze gebied: bij meer dan 2 collectoren (deze maten herhalen zich), maten in mm Alleen bij één-colletor: afstand 1400 mm SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
3. De afglijbeveiliging moet exact in de afschuining van de dekplaat lig- gen. 6720804148.13-1.ST Afb. 39 Verschillende vormen van dekplaten onder Linker dekplaat onder Middelste dekplaat onder Rechter dekplaat onder 6720804148.11-1.ST 6720804148.11-1.ST Afb. 41 Afglijbeveiligingen positioneren en vastlijmen SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
2. Schuif de klemmen voor het borgen van de aansluiting over de doppen en de collectoraansluitingen. Controleer de correcte positie van de klemmen. 6720804148.16-1.ST 6720804148.16-1.ST Afb. 43 Bovendeel monteren 6720803995-02.1ST Afb. 44 Doppen monteren SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
Positie van de dompelhuls voor de collectorsensor 6720804148.07-1.ST 6720804148.07-1.ST Wanneer de dompelhuls van een verkeerde collector werd doorstoten, dan moet deze dompelhuls met de Afb. 59 Collectorklem vastschroeven plug uit de aansluitset worden afgedicht. SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
Wanneer u de ontluchting van het zonnesysteem met een automatische ontluchter op het dak (accessoires) uitvoert, dan moet u na het ontluchten de kogelkraan sluiten ( handleiding zonnestation). 6720803995.21-1.ST 6720803995.21-1.ST Afb. 64 Hydrauliek met automatische ontluchter SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
6720804148.19-1.ST 6720804148.19-1.ST Afb. 67 Zijsteunplaten monteren 6720804148.03-1.ST 6720804148.03-1.ST Afb. 66 Monteer de automatische ontluchter onder het dak Dubbele nippel G¾ met O-ring Klemring en wartelmoer (uit de aansluitset nemen) Leiding 15 mm, bouwzijdig SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
▶ Verticale opstelling: beide delen van de dekplaat zo ver uit elkaar trek- ken, tot deze boven en onder op het collectorframe hoorbaar aan- slaan. 6720647804-32.1T Afb. 70 Zijdekplaten uit elkaar trekken (verticaal) SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
▶ Onderdeel met schroef 5 x 30 op de panlat bevestigen. Bij verticale en horizontale collectoren is de montagepo- sitie op de bovenste collectorrand verschillend. SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
2. Loodslab aan de voorzijde voorzichtig door aandrukken met de hand aanpassen op de contouren van de dakpannen. De dekplaat wordt daarbij met de afdichtband op de dakpan geplakt. 6720647 6720647804-75.1T Afb. 85 Loodslabben op bedekking lijmen SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
▶ Bovenste dakpan conform de markering verzagen. sluiten ( handleiding zonnestation). Het zonnesysteem wordt in bedrijf gesteld conform de specificaties van de installatie- en onderhoudshandlei- ding van het zonnestation. SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
12.2 Reiniging van de collectoren Glasvensters reinigen De glasvensters zijn in de regel bij een dakhelling van 15° en meer zelf- reinigend. ▶ Bij sterke verontreiniging glasvensters met glasreiniger schoonma- ken. Geen aceton gebruiken. SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)