INSTELLINGSMODUS►SYSTEEMINSTELLINGEN
Totaalinst. voor afwerking
De afwerkingsinstellingen opgeven. Geef aan of de posities voor de afwerking op het opgegeven papier of het origineel zijn aangegeven.
Uitschakelen van duplex
Deze functie wordt gebruikt om 2-zijdig afdrukken uit te schakelen als de duplexmodule bijvoorbeeld niet goed functioneert.
Uitschakelen van verschuiving
Offset-uitvoer uitschakelen.
Uitzetten nieteenheid
Met deze instelling kunt u het gebruik van nieten blokkeren, bijvoorbeeld wanneer de nieteenheid van de binnenste
afwerkingseenheid, afwerkingseenheid of zadelsteek-afwerkingseenheid niet goed functioneert.
Perforator uitschakelen
Met deze instelling kunt u het gebruik van perforeren blokkeren, bijvoorbeeld wanneer de perforatiemodule van de
binnenste afwerkingseenheid, afwerkingseenheid of zadelsteek-afwerkingseenheid niet goed functioneert.
Uitschakelen van origineelinvoer
Gebruik deze instellingen om het gebruik van de automatische documentinvoereenheid niet toe te staan wanneer deze bijvoorbeeld
niet goed functioneert. (Er kunnen nog wel originelen met de glasplaat worden gescand wanneer deze instelling is ingeschakeld.)
Invoegeenheid uitschakelen
Hiermee wordt het gebruik van de invoegeenheid uitgeschakeld.
Uitschakelen vouw-unit
Deze instelling wordt gebruikt om de vouweenheid uit te schakelen.
U kunt zadelvouwen gebruiken met de zadelnietfinisher zelfs als de vouweenheid is uitgeschakeld.
Uitschakelen van snijmodule
Deze instelling wordt gebruikt om de snijmodule uit te schakelen.
Cassette met grote capaciteit uitschakelen
Met deze instelling schakelt u de papierlade met grote capaciteit uit, bijvoorbeeld wanneer deze niet goed functioneert.
Uitschakelen van optionele papierlade
Met deze instelling schakelt u de optionele papierlade uit, bijvoorbeeld wanneer deze niet goed functioneert.
Lade-instelling uitschakelen
Deze instelling wordt gebruikt om lade-instellingen te blokkeren (met uitzondering van de instellingen voor de doorvoerlade).
Handinvoer uitschakelen
Deze instelling wordt gebruikt om het gebruik van doorvoerlade te verbieden, zoals wanneer deze stoort.
Uitschakelen van afwerkeenheid
Met deze instelling kunt u het gebruik van de binnenste afwerkingseenheid, afwerkingseenheid of
zadelsteek-afwerkingseenheid blokkeren, bijvoorbeeld wanneer deze niet goed functioneert.
Status Indicator Setting
Instelling voor data-indicator
7-73