Download Print deze pagina

Sharp MX-M1056 Gebruikershandleiding pagina 531

Verberg thumbnails Zie ook voor MX-M1056:

Advertenties

DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING
BESTANDSINFORMATIE
De procedure voor uitgebreide instellingen wordt hieronder beschreven.
Wanneer u een eigenschap, gebruikersnaam, bestandsnaam en map opgeeft, kan een bestand eenvoudiger worden
beheerd en gevonden. Als u [Vertrouwelijk] selecteert voor Eigenschap en een wachtwoord instelt, kunnen anderen het
bestand bovendien niet zonder uw toestemming bekijken.
De eigenschap wijzigen
U kunt een beveiligingsinstelling selecteren voor bestanden die zijn opgeslagen met de functie voor documentarchivering.
Hiermee voorkomt u dat een bestand wordt verplaatst of handmatig of automatisch wordt verwijderd.
Er zijn drie eigenschappen beschikbaar voor opgeslagen bestanden: 'Delen', 'Beveiligen' en 'Vertrouwelijk'. Wanneer
het bestand wordt opgeslagen met de eigenschap 'Delen', is het niet beveiligd. Wanneer het bestand wordt opgeslagen
met de eigenschap 'Beveiligen' of 'Vertrouwelijk', is het wel beveiligd.
Bestanden die worden opgeslagen in de snelmap, hebben altijd de eigenschap 'Delen'. Wanneer u een bestand opslaat
in de hoofdmap of een aangepaste map, kunt u 'Delen', 'Beveiligen' of 'Vertrouwelijk' selecteren.
Een bestand met de eigenschap 'Delen' kan worden gewijzigd in een bestand met de eigenschap
Delen
'Beveiligen' of 'Vertrouwelijk' met de functie 'Eigensch. Wijzigen' in Taakinstellingen.
Voor 'Beveiligen' hoeft u geen wachtwoord op te geven, maar u voorkomt daarmee wel dat een bestand
Beveiligen
wordt verplaatst, verwijderd of bewerkt. U kunt geen wachtwoord instellen.
Als u een 'Vertrouwelijk'-bestand wilt beveiligen, stelt u een wachtwoord in. (Het wachtwoord moet worden
ingevoerd voordat het bestand kan worden opgehaald.)
Vertrouwelijk
Als een bestand wordt opgeslagen in versleutelde PDF-indeling, wordt het bestandskenmerk automatisch
ingesteld op "Vertrouwelijk".
• Beperkingen voor het wijzigen van de eigenschap
• Een bestand met de eigenschap 'Delen' kan worden gewijzigd in 'Beveiligen' of 'Vertrouwelijk'. Een bestand dat als
'Delen' is opgeslagen in de snelmap kan echter alleen worden gewijzigd in 'Beveiligen'.
• Een bestand met de eigenschap 'Beveiligen' kan worden gewijzigd in 'Delen' of 'Vertrouwelijk'. Een bestand dat als
'Beveiligen' is opgeslagen in de snelmap kan echter alleen worden gewijzigd in 'Delen'.
• Een bestand dat is opgeslagen in de snelmap kan niet worden gewijzigd in 'Vertrouwelijk'. Als het bestand wordt
verplaatst naar de hoofdmap of een aangepaste map, kan de eigenschap worden gewijzigd in 'Vertrouwelijk'.
• Voor één bestand kunnen niet twee eigenschappen worden geselecteerd.
• Standaard eigenschapsinstellingen voor archivering
Om "Vertrouwelijk" standaard te laten inschakelen bij het gebruik van Archivering, selecteert u [Vertrouwelijke Modus] in
"Instellingen (beheerder)" – [Systeeminstellingen] → [Instellingen Document- archivering] → [Voorwaarde-Instellingen] →
[Instellingen Standaardmodus].
Instellingen van beheerderstoelatingen voor vertrouwelijke bestanden.
• Instelling beheerdersauthoriteit
Voor bestanden en gebruikersmappen met een wachtwoord kan het beheerderswachtwoord worden ingevoerd in plaats
van het wachtwoord bij het openen van het bestand of de map.
U kunt zo nodig ook de vooraf ingestelde kopieerfactoren wijzigen.
Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Document- archivering]→
[Voorwaarde-Instellingen] → [Instelling beheerdersauthoriteit].
Selecteer [Eigenschap] in het scherm Bestandsinformatie.
1
Als u [Vertrouwelijk] hebt geselecteerd, voert u een wachtwoord in (4 tot 32 tekens).
2
Elk cijfer dat u invoert, wordt weergegeven als
.
5-12

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Mx-m1206