Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo
energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook
informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat niet op een plaats waar het bloot-
gesteld wordt aan de zon of aan een hittebron.
Zorg voor voldoende ventilatie van de condensator
en de compressor. Hou de luchtcirculatie rond het
apparaat vrij.
Bewaar de levensmiddelen altijd in goed sluitende
bewaardozen of verpakt in huishoud- of aluminium-
folie zodoende onnodige rijp- of ijsvorming te
voorkomen.
Open de deuren niet onnodig en laat ze niet langer
open staan dan absoluut noodzakelijk is.
Laat warme levensmiddelen eerst afkoelen tot op
kamertemperatuur vooraleer ze in de vriezer te plaat-
sen.
Zorg ervoor dat de condensator steeds schoon is.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het iso-
latiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen aan-
tasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of ges-
loopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt
van milieubescherming moeten afgedankte koel- en
vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op
deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg
ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „
recycling.
Onderhoud
Ontdooien
Een deel van het vocht uit de koelruimte wordt tijdens het
gebruik in de vorm van ijs of rijp afgescheiden.
Dikke lagen ijs en rijp hebben een isolerend effect. Het
koelvermogen wordt minder, de temperatuur stijgt en er
is meer energie nodig.
Bij dit type apparaat gebeurt het ontdooien van de koel-
ruimte automatisch, zonder dat u daaraan iets hoeft te
doen. De thermostaat onderbreekt regelmatig de werk-
ing van de compressor. Het koelen wordt dan onderbro-
ken, de temperatuur van de verdamperplaat stijgt boven
0 °C en het ontdooien begint. Als de verdamperplaat een
temperatuur van +3 tot +4 °C heeft bereikt, start de ther-
mostaat het koelen weer.
Het dooiwater loopt via het dooiwaterafvoergootje in het
condensbakje bovenop de compressor en verdampt
door de warmte.
" zijn geschikt voor
http://www.markabolt.hu/
Controleer regelmatig of het dooiwaterafvoer-
gootje niet verstopt is. Een sticker in het appa-
raat herinnert u daaraan. Als het afvoergootje ver-
stopt is, kan het dooiwater schade veroorzaken aan
de isolatie van het apparaat.
Maak het gootje schoon m.b.v. het meegeleverde krab-
bertje (zie afb.). Het krabbertje kunt u weer in het gootje
opbergen.
Meestal raakt het afvoergootje verstopt door in papier ver-
pakte levensmiddelen. Het papier komt in aanraking met
de achterzijde van de koelruimte en vriest daaraan vast.
Als u de levensmiddelen uit de koelruimte haalt, scheurt
het papier en dat kan tot verstopping van het afvoergootje
leiden.
Doe dus voorzichtig met in papier verpakte levensmidde-
len.
Als erg veel koelvermogen nodig is, bijv. tijdens een
hittegolf, werkt de koelkast soms continu. Er wordt
dan niet automatisch ontdooid.
Het is niet abnormaal als er na het ontdooien kleine rest-
jes ijs en rijp op de achterkant van de koelruimte achterbli-
jven.
De vriesruimte kan niet automatisch worden ontdooid
omdat de diepvriesproducten geen hogere temperaturen
kunnen verdragen.
De laag ijs kan afgeschraapt en verwijderd worden met
een plastic schraper, mits de laag niet te dik is.
Als de ijslaag zo dik is, dat hij niet met de kunststof
schraper verwijderd kan worden, moet de vriesruimte ont-
dooid worden (in het algemeen 2 tot 3 keer per jaar).
Neem de levensmiddelen uit het apparaat en wikkel ze in
enkele lagen krantenpapier of dekens. Bewaar ze op een
zo koel mogelijke plaats.
Maak het apparaat spanningloos en laat de deuren van
vries- en koelruimte open.
Reinig de koelruimte zoals beschreven en hoofdstuk
„Reiniging en onderhoud". Reinig de vriesruimte als volgt:
NL
7