Handmatig
00809-0111-4007
6
Probleemoplossing
6.1
Overzicht
Dit hoofdstuk bevat beknopte suggesties voor het oplossen van problemen voor de meest
voorkomende bedieningsproblemen.
Als u een storing vermoedt ondanks de afwezigheid van diagnostische berichten op de
display van de veldcommunicator, overweeg dan het gebruik van
enig potentieel probleem te identificeren.
6.2
Veiligheidsberichten
De aanwijzingen en procedures in dit hoofdstuk kunnen speciale voorzorgsmaatregelen
vereisen om de veiligheid te garanderen van de personen die de handelingen verrichten.
Zie Veiligheidsberichten.
Voer een
uit om alle functieblokinformatie in het instrument op de standaard fabrieksinstellingen
in te stellen. Dit omvat het wissen van alle functiebloklinks en -planning, evenals de
standaardinstelling van alle bron- en transducerblokgebruikersgegevens (configuraties
SPM-blokalgoritme, configuratie transducerblokparameter LCD-display enz.).
6.3
Probleemoplossing voor uitgang van 4-20 mA
6.3.1
Milliamp-waarde transmitter is nul
Aanbevolen handelingen
6.3.2
Transmitter communiceert niet met communicatie-
instrument
Aanbevolen handelingen
www.Emerson.com
Restart with defaults (herstart met standaardinstellingen)
1. Controleer of de klemspanning bij de signaalaansluitingen 10,5 tot 42,4 V d.c. is.
2. Controleer de stroomkabels op omgekeerde polariteit.
3. Controleer of de stroomkabels zijn aangesloten op de signaalklemmen.
4. Controleer op open diode over de testaansluitklem.
1. Controleer of de spanning op de aansluitklem 10,5 tot 42,2 V d.c. is.
2. Controleer de kringweerstand.
(Voedingsspanning - klemspanning)/kringstroom moet minimaal 250 Ω zijn.
3. Controleer of de stroomkabels zijn aangesloten op de signaalklemmen en niet
de testaansluitpunten.
4. Verifieer schone gelijkstroom naar de transmitter.
Maximale AC-ruis is 0,2 volt piek-tot-piek.
5. Controleer of de uitgang tussen 4 en 20 mA of verzadigingsniveaus ligt.
Probleemoplossing
Februari 2024
Diagnoseberichten
om
93