Download Print deze pagina

Emerson Rosemount 3051 Handleiding pagina 86

Druk met 4-20 ma hart -protocol
Verberg thumbnails Zie ook voor Rosemount 3051:

Advertenties

Gebruik en onderhoud
Februari 2024
maand de nominale drukwaarde van 1500 inH
waarde van sensor-trim hoog van 1517,1 inH
LET OP
De bereikwaarden voor de punten 4 en 20 mA moeten bij de nominale URV en LRV liggen.
In het voorafgaande voorbeeld zijn de waarden respectievelijk 1500 inH
Bevestig de waarden op het HOME-scherm (beginscherm) van het communicatie-
instrument. Pas, indien nodig, aan door de stappen in
opnieuw instellen
5.5 
HHet druksignaal trimmen
5.5.1 
Overzicht sensortrim
Een sensortrim corrigeert de drukverschuiving en het drukbereik zodat het overeenkomt
met een druknorm.
De sensortrim hoog corrigeert het drukbereik en de sensortrim laag (nulpuntstrim)
corrigeert de drukverschuiving. Voor volledige kalibratie is een nauwkeurige druknorm
vereist. U kunt een nulpuntstrim uitvoeren als het proces wordt ontlucht of de druk aan
hoge en lage zijde gelijk is (voor verschildruktransmitters).
De nulpuntstrim is een offset-aanpassing op één punt. Dat is nuttig om te compenseren
voor het effect van de montagestand en is het effectiefst wanneer uitgevoerd nadat de
transmitter in de definitieve montagestand is geïnstalleerd. Omdat bij deze correctie de
helling van de karakterisatiecurve behouden blijft, mag hij niet worden gebruikt in plaats
van een sensortrim voor het gehele sensorbereik.
Zorg bij het uitvoeren van een nulpuntstrim dat de egalisatiekraan open staat en alle natte
poten tot het juiste niveau zijn gevuld. Breng leidingdruk aan op de transmitter tijdens een
nulpuntstrim om fouten van leidingdruk weg te nemen. Zie
Opmerking
Verricht geen nulpuntstrim op Rosemount 3051T absolute druktransmitters. De
nulpuntstrim is op nul gebaseerd en de absolute druktransmitters verwijzen naar het
absolute nulpunt. Voor het corrigeren van effecten van de montagestand op een
Rosemount 3051T absolute druktransmitter, voert u een sensortrim laag uit binnen de
sensortrimfunctie. De lage sensortrimfunctie biedt een offset-correctie die vergelijkbaar is
met die van de nulpuntstrim, maar vereist geen op nul gebaseerde input.
De sensortrim hoog en laag is een sensorkalibratie op twee punten waarbij twee
eindpunt-drukwaarden worden aangelegd en de output daartussen wordt gelinealiseerd;
deze kalibratie vereist tevens een nauwkeurige drukbron. Pas altijd eerst de lage
trimwaarde aan om de juiste offset te bepalen. Aanpassing van de hoge trimwaarde
levert een correctie op van de karakterisatiecurve die is gebaseerd op de lage trimwaarde.
De trimwaarden helpen bij het optimaliseren van de prestaties binnen een specifiek
meetbereik.
86
te volgen.
O Lo toe. Voer echter de berekende juiste
2
O met een communicatie-instrument in.
2
Het bereik van de transmitter
Bediening van
Handmatig
00809-0111-4007
O en 500 inH
O.
2
2
kranenblok.
www.Emerson.com

Advertenties

loading