Stemmeldingen
STEMMELDING
Schok niet toegediend
Beweging waargenomen; stop
beweging
Geen schok geadviseerd
Voer de borstkascompressie
volgens het aangegeven ritme uit
De hiel van de ene hand moet in
het midden van de borstkas zijn
geplaatst; de andere hand moet
op de eerste hand rusten
Leun over de patiënt heen
Houd de ellebogen recht
Gebruik uw lichaamsgewicht om
te duwen
Duw ten minste vijf centimeter
hard naar beneden
Onthoud dat u hard moet duwen
Onthoud dat u diep moet duwen
Duw diep
U moet nog één minuut doorgaan Informeert de gebruiker dat er nog één minuut aan
Beadem de patiënt twee keer
Een
Twee
Controleer ademhaling
Indien geen ademhaling . . .
Stop borstkascompressie
Hervat borstkascompressie
96
BESCHRIJVING
Er is een fout opgetreden en de defibrillatieschok is niet
toegediend.
Beweging van de patiënt verstoort hartritmeanalyse. Geeft
de gebruiker de opdracht om de beweging te stoppen.
Het apparaat heeft bepaald dat het hartritme van de patiënt
niet schokbaar is.
Geeft de gebruiker opdracht om te beginnen met CPR, met
behulp van de 'tikken' om te helpen de borstkascompressie
met de juiste frequentie uit te voeren.
Geeft de gebruiker instructies over juiste handplaatsing.
Geeft de gebruiker instructies over juiste lichaamshouding.
Geeft de gebruiker instructies over juiste CPR-techniek.
Geeft de gebruiker instructies over juiste CPR-techniek.
Geeft de gebruiker instructies over de juiste diepte voor
borstkascompressie.
Opmerking: In de Verenigde Staten is dit twee inch.
Geeft de gebruiker instructies over juiste CPR-techniek.
Geeft de gebruiker instructies over juiste CPR-techniek.
Geeft de gebruiker instructies over juiste CPR-techniek.
reanimatietijd over is.
Geeft de gebruiker opdracht om beademing toe te passen
op het juiste moment tijdens CPR. Deze melding komt alleen
voor als
REANIMATIE METRONOOM
Setupopties (op bladzijde 101) voor meer informatie.
Geeft de gebruiker opdracht om eerste beademing toe te
passen.
Geeft de gebruiker opdracht om tweede beademing toe te
passen.
Geeft de gebruiker de opdracht om te controleren of de
patiënt ademhaalt. Deze melding klinkt alleen als melding
is ingesteld op
CONTROLEER PATIËNT
. Zie Setupopties (op bladzijde 101) voor meer
ADEMHALING
informatie.
Opmerking: Op Noorse apparaten is deze melding
CONTROLEER OP TEKENEN VAN LEVEN
Geeft passende instructies aan gebruiker als de patiënt niet
ademhaalt.
Opmerking: Op Noorse apparaten is deze melding
.
TEKENEN VAN LEVEN
Geeft de gebruiker de opdracht om borstkascompressie te
stoppen zodat het apparaat het hartritme van de patiënt kan
analyseren.
Geeft de gebruiker de opdracht om borstkascompressie te
hervatten.
op 30:2 is ingesteld. Zie
CONTROLEER
.
BIJ GEEN
LIFEPAK CR2 Defibrillator Gebruiksaanwijzing