14 Onderhoud en service
OPMERKING
Gebruik het systeem NIET voor andere doeleinden.
Gebruik de unit NIET voor het koelen van precisie-
instrumenten, voedsel, planten, dieren of kunstwerken, om
te voorkomen dat de kwaliteit ervan wordt aangetast.
VOORZICHTIG
Gebruik het systeem NIET wanneer een rookvormig
insecticide in de ruimte wordt verspreid. Anders zouden de
chemische stoffen zich in de unit kunnen ophopen, met
gevaar voor de gezondheid van mensen die overgevoelig
zijn voor chemische stoffen.
14
Onderhoud en service
14.1
Voorzorgsmaatregelen inzake
onderhoud
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
OPMERKING
Houd het luchtfilter schoon en controleer regelmatig het
luchtdebiet.
WAARSCHUWING
▪ Schakel
ALTIJD
voedingspaneel uit of verwijder de zekeringen alvorens
u onderhoud of reparatie uitvoert.
▪ Zorg dat u GEEN geleidend deel aanraakt.
▪ Spoel de buitenkant van de unit NIET af. Dit kan
elektrische schokken of brand veroorzaken.
Om de buitenkant van uw ventilatorconvector te reinigen:
1
Schakel de ventilatorconvector uit.
2
Maak de buitenkant van de ventilatorconvector schoon met een
zachte doek.
VOORZICHTIG
▪ Blokkeer de luchtuitlaat of -inlaat van de unit NIET.
▪ Leg
GEEN
vochtige
luchtuitlaatrooster van de unit.
▪ Giet GEEN vloeistoffen in de unit.
Reinig uw ventilatorconvector nooit met:
▪ een agressief chemisch oplosmiddel,
▪ water heter dan 50°C.
Neem voor onderhoud van uw ventilatorconvector contact op met uw
installateur of reparatiebedrijf.
14.2
Voorzorgsmaatregelen voor
onderhoud en service
OPMERKING
Voer
NOOIT
zelf
servicewerkzaamheden aan de unit uit. Vraag hier een
erkend servicetechnicus voor. Als eindgebruiker mag u wel
het luchtfilter, het aanzuigrooster, de luchtuitblaas en de
buitenpanelen reinigen.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
18
de
hoofdschakelaar
op
het
of
natte
kleren
op
het
een
inspectie
van
WAARSCHUWING
Vervang NOOIT een zekering door een zekering met een
andere waarde of andere draden als een zekering is
doorgebrand. Het gebruik van een draad of koperdraad
kan een uitval van de unit of brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
Controleer na langdurig gebruik of de staander en
bevestiging niet beschadigd zijn. Bij beschadiging dreigt de
unit te vallen en letsel te veroorzaken.
OPMERKING
Veeg het bedieningspaneel van de controller NIET af met
benzine,
thinner,
producten, enz. Het paneel kan verkleuren of de coating
kan
afschilferen.
bedieningspaneel een doek in met water verdund neutraal
detergent, wring de doek goed uit en veeg er dan het
paneel mee schoon. Veeg het daarna af met een andere
droge doek.
VOORZICHTIG
Schakel de voeding volledig uit voordat u de klemmen
aanraakt.
OPMERKING
Vergeet voor het schoonmaken van de warmtewisselaar
niet de schakelkast, ventilatormotor, afvoerpomp en
vlotterschakelaar te verwijderen. De isolatie van de
elektronische
schoonmaakmiddel worden aangetast, waardoor deze
componenten kunnen doorbranden.
WAARSCHUWING
Ga voorzichtig te werk met ladders wanneer u op een
hoogte werkt.
14.3
Luchtfilter, aanzuigrooster,
luchtuitblaas en buitenpanelen
reinigen
VOORZICHTIG
Schakel
de
aanzuigrooster, de luchtuitblaas en de buitenpanelen te
reinigen.
OPMERKING
▪ Schrob NIET te hard wanneer u de lamel wast met
water. Mogelijk gevolg: Anders kan de coating er
afkomen.
Maak schoon met een zachte doek. Gebruik water of een neutraal
schoonmaakmiddel voor moeilijk te verwijderen vlekken.
14.3.1
Luchtfilter reinigen
Wanneer het luchtfilter reinigen:
▪ Vuistregel: Eens om de 6 maand reinigen. Reinig vaker als de
lucht in de kamer heel sterk vervuild is.
▪ Als het vuil niet meer verwijderd kan worden, moet u het luchtfilter
of
vervangen (= optionele uitrusting).
Luchtfilter reinigen:
OPMERKING
Gebruik GEEN water van 50°C of warmer. Mogelijk
gevolg: Verkleuring en vervorming.
1
Open het aanzuigrooster.
reinigingsdoeken
met
Dompel
bij
een
sterk
componenten
kan
door
unit
uit
alvorens
het
luchtfilter,
Ventilatorconvectoren
3P756931-2C – 2024.04
chemische
vervuild
water
of
het
FWC-D