7
Configuratie
7.1
Instelling sierpaneel
Voer de volgende lokale instellingen uit in overeenstemming met de
echte installatie en met de behoeften van de gebruiker:
▪ Design sierpaneel (indien van toepassing)
▪ Luchtuitblaasrichting
INFORMATIE
Als de kleppen automatisch werken:
Wanneer de ventilator begint te draaien, gaan de kleppen
volledig open en blijven dan staan in de ingestelde stand.
In de onderstaande tabel vindt u de overeenkomstige
hoeken.
Wanneer de ventilator stopt met werken, met inbegrip van
uitschakeling door de thermostaat, worden de kleppen
volledig geopend en vervolgens volledig gesloten.
OPMERKING
De instelling van de DIP-schakelaar moet juist zijn voor het
type paneel; anders zal het paneel niet juist werken.
Instelling: Luchtstroomrichting en design paneel
OPMERKING
Als de kleppen automatisch moeten openen en sluiten,
moet de kabel van het sierpaneel op de printplaat worden
aangesloten. Anders moeten de kleppen handmatig
worden ingesteld. (Zie
aansluiten" [ 4 12])
OPMERKING
De hoek van de klep kan alleen worden veranderd met de
DIP-schakelaar op de printplaat.
OPMERKING
De "Adapter (EKRP1CAS5A)" is een verplichte optie voor
aansluiting van de printplaat van het "Design paneel"
De klepstand van de sierpanelen kan worden veranderd met de DIP-
schakelaar op de printplaat. Zie de 4 verschillende klepstanden in de
tabel.
Paneeltype Optie
a
b
FWC-D
Ventilatorconvectoren
3P756931-2C – 2024.04
"5.5.2 Optionele apparatuur
c
d
Paneeltype Optie
Standaard
Volledig
(BYCQ140C
geopend
)
40 ̊
Design
-
(BYCQ140E
)
2
1
1 G
O N
2
1
2
1
1 G
O N
1 G
O N
a
b
a
40°
c
38°
8
Inbedrijfstelling
OPMERKING
Onderbreek het proefdraaien NIET.
8.1
Controlelijst voor de
inbedrijfstelling
1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde
punten.
2 Sluit de unit.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
7 Configuratie
-
-
-
26 ̊
38 ̊
Volledig
geopend
53 ̊
X33A
FG
2
1
2
1
1 G
O N
1 G
O N
c
d
b
26°
d
53°
15