Pagina 2
°C DB 18-35 RR71-100-125 — –15~46 °C WB 14-25 ≤80% °C DB 18-35 RP200-250 –5~43 — °C WB 14-24 °C DB 18-35 ≤80% RQ71-100-125 — –5~46 °C WB 12-25 RS50-60 °C DB 21-32 ≤80% RKS35-50-60 — –10~46 °C WB 14-23 RXS35-50-60 3MKS50 °C DB...
■ Langdurige rechtstreekse blootstelling aan koude of warme Gebruik alleen accessoires van Daikin die specifiek voor dit toestel lucht van de airconditioner of aan lucht die te koud of te warm is zijn ontworpen en laat ze installeren door een professionele kan slecht zijn voor uw fysieke conditie en gezondheid.
■ ■ Kijk uit voor brand in het geval van een koelmiddellek. Zet geen voorwerpen vlakbij de buitenunit en laat geen bladeren Als de airconditioner niet goed werkt, d.w.z. geen koele of en ander afval zich rond de unit ophopen. warme lucht produceert, kan dit te wijten zijn aan een koel- ■...
■ Besturing met twee afstandsbedieningen Gebruik de airconditioner voor geen andere doeleinden. Eén binnenunit met twee afstandsbedieningen (in geval van groepsbesturingssysteem, één groep binnenunits). De unit Gebruik de unit niet voor het koelen van precisie- wordt individueel bestuurd. instrumenten, voedsel, planten, dieren of kunstwerken, om kwaliteitsvermindering te voorkomen.
Pagina 6
Schoonmaken van het luchtfilter Nadat het systeem is aangezet, moet de FILTERTEKEN TERUGSTELLEN-toets worden ingedrukt. Het scherm "TIJD OM LUCHTFILTER TE REINIGEN" verdwijnt. Reinig het luchtfilter als " " (REINIGINGSTIJD VOOR HET LUCHTFILTER) op het scherm verschijnt. Voor FDYP- en FDQ200+250B8V3B-units (Zie afbeelding 5) Reinig het luchtfilter vaker als de unit is gemonteerd in een ruimte waar de lucht sterk vervuild is.
Opstarten na een lange periode van stilstand Bij multisplitmodellen voert de microcomputer de volgende besturing uit, afhankelijk van de bedrijfsmodus van andere ■ Controleer de volgende punten. binnenunits. Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat niet zijn geblokkeerd. Voor u de werking begint, is (zijn) de andere binnenunit(s) al Verwijder eventuele belemmeringen.
■ Er is een voortdurend laag gesis te horen wanneer het systeem Het systeem werkt, maar koelt of verwarmt onvoldoende. in de KOELEN stand is of wanneer het stopt. ■ Indien de luchtinlaat of -uitlaat van de binnen- of buitenunit Het geluid is te horen wanneer de afvoerpomp in bedrijf is.