CONTROLEREN VAN HET MAAIMES
Ga bij het nakijken van het maaimes als volgt te werk:
1. Controleer of de accu en de
sleutel van de
hoofdstroomschakelaar uit de
machine zijn verwijderd.
2. Kantel de machine naar rechts
zodat de gele knop [1] aan de
bovenzijde komt.
• Controleer het maaimes op
tekenen van slijtage. Het
maaimes moet worden
vervangen als de gaten in
elkaar overgaan of als het mes
is gescheurd of verbogen.
NORMAAL
Max.
15 mm
OVERMATIG VERSLETEN
• Controleer of de mesbevestigingsbouten goed vastzitten (zie
het hoofdstuk "Onderhoud"
• Raadpleeg voor het vervangen of verwijderen van het
maaimes de procedure die is beschreven op
hoofdstuk "Onderhoud".
Gebruik de machine nooit met een versleten of beschadigd
maaimes. Afgebroken stukjes mes kunnen met grote snelheid
worden uitgeworpen en ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
NB: Maaimessen slijten sneller wanneer de machine op zandige
grond wordt gebruikt. Controleer in dat geval het mes vaker.
INSTELLEN VAN DE MAAIHOOGTE
Ga bij het aanpassen van de maaihoogte als volgt te werk:
1. Verwijder de accu en de sleutel van de hoofdstroomschakelaar
of zet de sleutel van de hoofdstroomschakelaar in de stand 'O'
(uit).
2. Trek de verstelhendel [2] naar het wiel en plaats deze in een
stelgroef [3]. De verstelhendel en stelgroeven bevinden zich
nabij het linkervoor- en linkerachterwiel.
Voor
29 mm
40 mm
20 mm
51 mm
63 mm
74 mm
[2]
[3]
De instellingen voor de maaihoogte zijn geschatte waarden. De
werkelijke hoogte waarop het gras wordt afgesneden, varieert al naar
gelang de staat van het gazon en de ondergrond. Voor het nauwkeurig
bepalen van de maaihoogte kunt u het best eerst een proefstukje
maaien en vervolgens zo nodig de maaihoogte aanpassen.
[1]
VERBOGEN
GEBARSTEN
Blz
11).
Blz 11
in het
Achter
63 mm
51 mm
74 mm
40 mm
29 mm
20 mm
[2]
[3]
Max. 1/3
NB:
• Snij per maaibeurt niet meer dan 1/3 van de oorspronkelijke
lengte van het gras af. Anders kunnen er bruine plekken
ontstaan. Het zorgt voor een gelijkmatig gazon en vermindert de
kans op verstopping van het maaidek of het uitwerpkanaal.
• Als het gras erg lang is, maai het dan eerst op de maximaal
toegestane maaihoogte. en maai het 2 of 3 dagen later opnieuw.
• Hoe langer de grassprieten, hoe dieper de wortels de grond in
gaan. Wanneer u het gazon kort houdt, zullen de wortels dus ook
korter blijven.
• Houd bij het bepalen van de maaihoogte rekening met het gebruik
van het gazon: voor een speel- of sportgazon verdient een
graslengte van 5 cm de voorkeur, voor een siergazon volstaat 1
tot 3 cm.
• Alleen enkele specifieke grassoorten zijn geschikt om zeer kort te
worden gemaaid. Een te kort gemaaid gazon is kwetsbaar en
gevoelig voor droogte. Vraag advies aan een specialist.
MESBEVESTIGINGSBOUTEN OP LOSZITTEN
CONTROLEREN
Zie "MONTEREN EN DEMONTEREN VAN HET MAAIMES"
(Blz
12).
KOPPELINGSKABEL CONTROLEREN (ALLEEN
HRG466XB)
Zie "CONTROLEREN VAN DE KOPPELINGSKABEL (ALLEEN
HRG466XB)"
(Blz
11).
MESBEDIENINGSKABEL CONTROLEREN
Zie "CONTROLEREN VAN DE MESBEDIENINGSKABEL"
(Blz
12).
MOTORKOELRIBBEN EN ACCULOCATIE
CONTROLEREN
Zie "REINIGEN VAN MOTORKOELRIBBEN EN ACCULOCATIE"
(Blz
13).
CONTROLEREN VAN DE MOTORROTATIE
Controleer op storingen, ongewone geluiden of abnormale trillingen
door de motor te laten draaien en weer te stoppen.
Als de motor een storing, ongewone geluiden of abnormale
trillingen vertoont, stop dan de motor, stop met het gebruik van de
machine en neem contact op met uw onderhoudsdealer.
ALGEMENE CONTROLE VAN DE MACHINE
Controleer de algemene toestand van de machine en verwijder vuil,
gras en vreemde voorwerpen.
7 NL