Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Maximum Toerental Cv (^ En 7); Geforceerde Laagtijd (*); Anti-Pendeltijd ((); Gewenste Aanvoertemperatuur Bij 0 - 10 Volt (A En B) - REMEHA Gas 310 ECO Technische Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Gas 310 ECO:
Inhoudsopgave

Advertenties

13.2.2 maximum toerental CV (^ en 7)
Instelmode maximaal toerental, parameter ^ instelbaar
van 10 t/m 60 (x100 tpm) en 7 instelbaar van 0 t/m
100 (x 1 tpm). Hier is het mogelijk om softwarematig het
maximale toerental te begrenzen op een lagere waarde
door parameter ^ en 7 te veranderen.
g
Let op ! !
Alleen wijzigen na overleg met onze
technische dienst
13.2.3 Geforceerde laagtijd (*)
Instelmode geforceerde laagtijd, parameter *, instel-
baar van 0 t/m 300 sec. De ketel start altijd op een
bepaald vermogen met een bijbehorende tijd. Daarna
kan de ketel naar de laagstand (20% van vermogen)
gestuurd worden gedurende een bepaalde tijd, onafhan-
kelijk van de warmtevraag.
13.2.4 Anti-pendeltijd (()
Instelmode, parameter (, instelbaar tussen 0 en 300
sec. Indien de ketel een regelstop maakt (zie par.
13.2.8) of door het beëindigen van de warmtevraag
volgt altijd een instelbare inschakelvertragingstijd, ook
wel anti-pendeltijd genoemd.
Indien na deze tijd de aanvoertemperatuur minder dan
5° boven de retourtemperatuur ligt, komt de ketel weer
in bedrijf (controle op waterdoorstroming).
13.2.5 Gewenste aanvoertemperatuur bij 0 - 10 Volt
(a en B)
Voetpunt (0 Volt): instelmode, parameter a, instelbaar
tussen -50° en +50°.
Eindpunt (10 Volt): instelmode, parameter B, instelbaar
tussen +51° en +249°.
Deze instellingen zijn alleen van toepassing indien ketel-
regeling 41 is gekozen: 'externe analoge ingang 0-
10V op aanvoertemperatuur'. De analoge temperatuur-
regeling kan de ketelaanvoertemperatuur regelen tussen
0° en 100°, waarbij het maximum wordt begrensd door
de maximaal ingestelde aanvoertemperatuur (instel-
mode, parameter !).
Remeha Gas 310 ECO
afb. 24 Instelling analoog signaal
00.31H.79.00008 (afb. 1)
13.2.6 schakelpunt bedrijfsmelding hoog (C)
Instelmode, parameter C, instelbaar van 0 t/m 60 (x
100) tpm. Met deze parameter kan het omslagpunt
tussen de bedrijfsmelding 'ketel laag' en 'ketel hoog'
ingesteld worden. Een toerental beneden de ingestelde
waarde geeft de melding 'laag'. Een toerental boven de
ingestelde waarde geeft de melding 'hoog'.
Om een Aan/Uit-melding te krijgen, moet parameter c
op 6000 tpm gezet worden.
13.2.7 Nadraaitijd shunt pomp (D)
Instelmode, parameter D, instelling 00 = 10sec;
99 = continu en instelbaar van 01 t/m15 = aan-
tal minuten.
Indien er gevaar is dat uw verwarmingssysteem
bevriest, is een continue watercirculatie wenselijk.
13.2.8 Inschakeldifferentie aanvoertemperatuur (E)
Instelmode, parameter E, instelbaar van 5 t/m 20°.
Met deze parameter kan de inschakeldifferentie op de
aanvoertemperatuur ingesteld worden.
De ketel zal altijd uitschakelen (regelstop) wanneer de
actuele aanvoertemperatuur 5° hoger is dan het bere-
kende setpunt aanvoertemperatuur.
De inschakeldifferentie bepaalt wanneer de brander
weer ingeschakeld wordt. Een waarde van 10° bete-
kent dat de temperatuur 5° onder het berekende set-
punt aanvoertemperatuur moet dalen voordat de ketel
weer in bedrijf komt.
13.2.9 maximale rookgastemperatuur (F)
Instelmode, parameter F, instelbaar van 80 t/m 120°.
Hiermee kan de maximale rookgastemperatuur
begrensd worden, bijvoorbeeld bij toepassing van een
kunststof rookgasafvoerleiding.
44

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave