12.2 uitleesmode (X [[)
In de uitleesmode kunnen diverse waarden uitgelezen worden. Druk op de m- toets totdat in het code-venster !
verschijnt (stip knippert). Kies nu met de s- toets de gewenste code.
Code
Omschrijving
!
Aanvoertemperatuur (°)
Retourtemperatuur (°)
@
#
Rookgastemperatuur (°)
N.v.t.
$
Ketelbloktemperatuur (°)
%
^
Berekend setpunt aanvoertemperatuur (°)
Status warmtevraag (1
&
verschilsensor (LDS, 2
Inschakeltemperatuur aanvoer voor CV-
*
bedrijf (°)
Gevraagde (en door besturingsautomaat
toegestane) vermogen (%) wordt weerge-
(
geven, ongeacht instelling ketelregeling.
Berekende vermogen (%)
A
Analoge ingangsspanning (Volt)
B
Regelstrategie (zie par. 12.3)
C
Huidige waterdruk
D
N.v.t.
E
Toerental ventilator
F
Ionisatieniveau
G
Unieke ketelcode
H
Drukverschil over luchtdrukverschilsensor
I
tabel 10 Uitleesmode gebruikersniveau
* De getoonde waarde heeft een grootte van 4 cijfers.
Het code-venster gaat opeenvolgend van de letter F
naar een verticaal streepje met een punt in het rechter
ondersegment. De 4-cijferige waarden worden per 2
afwisselend weergegeven:
F 10
> 00
Het toerental van de ventilator is 1000 tpm.
12.3 Regelstrategie c
Tijdens normaal bedrijf kan de besturing van de ketel
volgens een bepaalde strategie gaan regelen. De mees-
te regelstrategieën zijn bedoeld om de ketel zo lang
mogelijk brandend te houden, ongeacht b.v. doorstro-
mingsveranderingen of -problemen.
De regelstrategieën zijn in de uitleesmode met code c
uit te lezen.
uitleesbereik / opmerkingen
Gemeten waarde
Gemeten waarde
Gemeten waarde
Gemeten waarde
Berekende waarde
0x = aan/uit-contact open
cijfer) en luchtdruk-
e
1x = aan/uit-contact gesloten
cijfer)
e
x0 = luchtdrukverschilsensor open
x1 = luchtdrukverschilsensor gesloten
gevraagde waarde
00 - )0 (=100%)
gevraagde waarde
10 - )0 (=100) (actuele waarde)
00 - )0 (=100) (actuele waarde)
01
00
waterdruksensor (optioneel);
bij niet aangesloten sensor: 00
06 - 60
00 - 99(x 0,1 uA)
10 - 98
00 - 80 (x 0,1 mbar)
37
- 06
- 60(÷ 10 voor bar), alleen met
1 = opmoduleren (regeling onder ionisatiedrempel)
2 = terugmoduleren (maximaal temperatuurverschil
tussen aanvoer en retour)
3 = vermogen minimaal (retourtemperatuur hoger dan
aanvoertemperatuur)
4 = terugmoduleren (rookgastemperatuur te hoog)
5 = pomp/ketel aan (vorstbeveiliging)
6 = nul-doorstromingsbeveiliging 2 (vermogen mini-
maal)
7 = nul-doorstromingsbeveiliging 1 (terugmoduleren)
8 = ketelbloktemperatuur te hoog (regelstop)
uitlezing
(bijv.)
80
70
85
75
84
11
40
90
87
45
02
15(=1,5 bar)
40
00(=4000*)
03
13