ASC 5500G RPA 2020
Storing
Op het display verschijnt
„Error 10"
Op het display verschijnt
„Error 11"
Op het display verschijnt
„Error 12"
Op het display verschijnt
„Error 20"
Op het display verschijnt
„Error 21"
Op het display verschijnt
„Error 22"
Op het display verschijnt
„Error 23"
Op het display verschijnt
„Error 24"
Op het display verschijnt
„Error 25"
Op het display verschijnt
„Error 30"
NL
Oorzaak
Tijdens de "Software test"
kon de druk niet ver genoeg
worden verlaagd.
Tijdens de "Software test"
kon geen oude olie worden
afgetapt.
Tijdens de "software test"
kon er geen koudemiddel uit
de interne tank worden
afgetapt.
De compressor kon de
interne druk niet ver genoeg
reduceren.
Lagedrukslang ondicht of
aan een (lege) airconditio-
ning aangesloten. Vacuüm
kon niet bereikt worden.
Hogedrukslang ondicht of
aan een (lege) airconditio-
ning aangesloten. Vacuüm
kon niet bereikt worden.
Vacuüm niet bereikt.
Drukstijging tijdens de
vacuëmtest.
Niet voldoende druk voor
koudemiddelcontrole.
Drukval tijdens de dichtheids-
controle.
Wat te doen, als?
Oplossing
Resterende druk op de
manometers?
Druksensorkalibrering
controleren.
Interne cilinderdruk
controleren.
Werking van de compressor
en de betreffende magneet-
kranen controleren.
Cilinder met oude olie juist
inzetten.
Magneetklep op goede
werking controleren.
Werking van de weegschaal
controleren.
Druksensorkalibrering con-
troleren.
Controleren of de kraan van
de interne tank geopend is.
RE-kraan controleren.
Compressor en druksensor
op werking controleren.
Serviceslang van de installa-
tie loskoppelen.
Serviceslang van de installa-
tie loskoppelen.
Toestel en oudeoliereservoir
op ondichtheid controleren.
Vacuümpomp op werking
controleren.
Toestel op ondichtheid con-
troleren.
Toestel op grove ondichthe-
den controleren.
Koudemiddelvoorraad con-
troleren.
Bedraagt de omgevingstem-
peratuur meer dan 10 °C?
Toestel op ondichtheden
onderzoeken.
71