4.5 Laadproces starten
Houd altijd rekening met de voertuigeisen voordat u
met het laden van een voertuig begint.
Parkeer het voertuig zodanig bij het laadstation dat
de laadkabel niet gespannen staat. Zie afb. 06.
Maatregel
Beschrijving
Sluit de laadkoppeling
Het laadstation voert systeem-
X
X
op het voertuig aan.
en verbindingstesten uit.
Led: brandt continu blauw,
gaat na aansluiten van het
voertuig gedurende ca. 2
seconden in rood over en
vervolgens in groen (voertuig
wordt geladen) of in blauw
knipperend (voertuig nog niet
gereed voor laden)
4.6 Laadproces beëindigen
Maatregel
Beschrijving
Het voertuig heeft de
Led: knippert om de seconde
laadcyclus automatisch
blauw. Het voertuig is verbon-
beëindigd:
den, maar laadt niet.
Maak eventueel
X
X
de borging op het
voertuig los.
Haal de laadkoppeling
X
X
los van het voertuig.
Zet de laadkoppeling
X
X
vast in de houder van
het laadstation.
Maatregel
Beschrijving
Als het laadproces niet
automatisch door het
voertuig wordt beëindigd:
22
Maatregel
Beschrijving
Zet de sleutelschakelaar
De laadcyclus wordt onder-
X
X
op de positie "Off".
broken.
De led wordt blauw en knip-
pert om de 5 sec.
Zie afb. „05" - bedrijfsstatus
N5.
Of:
Beëindig de laadcyclus
De laadcyclus wordt onder-
X
X
op het voertuig.
broken.
De led wordt blauw en knip-
pert om de seconde.
Zie afb. „05" - bedrijfsstatus N4.
5 Transport en opslag
Acclimatisatie:
Open de leveromvang niet als het temperatuurver-
schil tussen de transport- en installatielocatie groter
is dan 15 °C. Laat het laadstation minstens 2 uur
ongeopend staan om te kunnen acclimatiseren, zodat
er zich geen condenswater in het apparaat vormt.
Let bij het transport op het temperatuurbereik voor opslag.
Zie hoofdstuk „13.1 Technische gegevens".
Voer het transport uitsluitend uit in een geschikte verpak-
king.
6 Leveromvang
Afb.
Beschrijving
11
Laadstation met voorgemonteerde laadkabel
04
Installatieframe
2 sleutels
De installatieset voor de wandbevestiging bestaat
uit:
■
■
4 pluggen (8 x 50 mm, Fischer UX R 8)
■
■
2 schroeven (6 x 70, T25)
■
■
2 schroeven (6 x 90, T25)
■
■
4 ringen (ISO 7089-8,4)
Documentatie
Haal het laadstation en het installatieframe uit de
X
X
verpakking.
Controleer of de levering compleet is.
X
X
Controleer of de gehele levering onbeschadigd is.
X
X
7 Benodigde gereedschappen
Beschrijving gereedschap
Sleufschroevendraaier 0,5 x 3,5 mm
Torx-schroevendraaier Tx25
Torx-schroevendraaier Tx10
Boormachine met boortje van 8 mm
Montagegereedschap voor 8 mm pluggen
en schroeven
Hamer
Montagegereedschap voor elektrische
kabels en adereindhulzen
Multimeter
EV-simulator met draaiveldindicatie
Bij het vervangen van de laadkabel vereist:
Montagegereedschap voor kabeldoorvo-
eren M16 (sleutelgrootte 20 mm) en M32
(sleutelgrootte 36 mm)
8 Installatie en elektrische aansluiting
Neem de in hoofdstuk 2 genoemde veiligheidsaanwijzingen
in acht.
Houd u niet alleen aan deze installatie-instructies, maar
ook aan de lokale bepalingen met betrekking tot gebruik,
installatie en milieu.
Het Webasto Pure veiligheidsconcept is gebaseerd
op een aardingssysteem dat altijd bij de installatie
door een geautoriseerde elektricien gewaarborgd
moet zijn.
8.1 Eisen aan het installatiegebied
Het laadstation moet worden beschermd door een instal-
latieautomaat en aardlekschakelaar. In het laadstation be-
vindt zich een bewakingsinrichting voor gelijkstroomfouten
(RDC-MD), die het laadstation bij de laaduitgang spannings-
vrij schakelt bij vlakke gelijkstroomfouten > 6 mA.
Aantal
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Webasto Pure