8 Bedienings- en weergavefuncties
–
Met deze functie kunt u de waterdruk van de CV-installa-
tie aflezen.
8.2.3
Systeemstatus aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Sys-
teem ----] → Systeemstatus
–
Met deze functie kunt u aflezen, in welke modus de CV-
installatie zich bevindt.
Standby: De CV-installatie meldt geen energiebehoefte.
Verw. m.: De CV-installatie bevindt zich in de verwarmings-
modus voor de CV-circuits.
Koelen: De CV-installatie bevindt zich in de koelmodus.
Warmw.: De CV-installatie bevindt zich in de verwarmings-
modus voor warm water in de boiler.
8.2.4
Vorstbescherming instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Sys-
teem ----] → Vertraging vorstbev.
–
Met deze functie kunt u de activering van de vorstbe-
scherming vertragen door een vertragingstijd in te stellen.
8.2.5
Temperatuurgrens voor continu verwarmen
instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Sys-
teem ----] → BT continu verw.
–
Als de buitentemperatuur lager is dan of gelijk is aan de
vastgelegde temperatuurwaarde, dan regelt de thermo-
staat het CV-circuit met de ingestelde dagtemperatuur en
stooklijn ook buiten de tijdsvensters.
AT ≤ ingestelde temperatuurwaarde: geen nachtverlaging of
totale uitschakeling
8.2.6
Softwareversie aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Sys-
teem ----] → Regelingen
–
Met deze functie kunt u de softwareversies van het
display, de warmteopwekker en van de uitbreidingsmo-
dules aflezen.
8.2.7
Adaptieve stooklijn activeren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Sys-
teem ----] → Adaptieve stooklijn
–
Met deze functie kunt u een automatische stooklijn acti-
veren.
Als u deze functie met de instelwaarde Ja geactiveerd hebt,
dan stelt de thermostaat automatisch de stooklijn bij. De
automatische aanpassing van de stooklijn gebeurt in kleine
stappen. Stel de stooklijn met de functie Stooklijn voor het
gebouw passend in, zodat de functie Adaptieve stooklijn
nog de fijne aanpassing moet uitvoeren.
Voorwaarde is:
–
De thermostaat is in de woonruimte gemonteerd.
–
Een evt. beschikbare afstandsbediening VR 91 is in de
woonruimte gemonteerd
–
De thermostaat of evt. de afstandsbediening VR 91 is in
de functie Zonetoewijzing aan de correcte zone toege-
wezen.
8
–
Bij de functie Binnencompensatie is de waarde Ther-
most. of Compens. geselecteerd.
8.2.8
Bedrijfstand configureren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Sys-
teem ----] → Moduswerking conf.
–
Met deze functie kunt u vastleggen op welke zones de
instelling van de modus en gewenste temperatuur uit het
gebruikersniveau moet werken.
Voorbeeld: er zijn twee zones aangesloten en u stelt ZONE1
in. Voor beide zones activeert u met de linker keuzetoets
Menu → Standaard Instellingen → Bedrijfsmodus de mo-
dus Autostand. Als de gebruiker nu met de rechter keuze-
toets Modus de modus op Dagstand zet, dan wordt alleen
voor ZONE1 de modus veranderd. Voor ZONE2 blijft verder
de modus Autostand bestaan.
8.2.9
Automatische koeling activeren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Sys-
teem ----] → Autom. koeling
–
Met deze functie activeert of deactiveert u de automati-
sche koeling.
Als een warmtepomp aangesloten is en de functie Autom.
koeling geactiveerd is, dan schakelt de thermostaat automa-
tisch tussen verwarmings- en koelbedrijf om.
8.2.10 Bronregeneratie activeren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Sys-
teem ----] → Bronregeneratie
–
Als de functie Autom. koeling geactiveerd is, dan kunt u
de functie Bronregeneratie gebruiken.
Bij de geactiveerde functie Dagen buitenshuis schakelt de
thermostaat het verwarmen en koelen uit. Als u bijkomend
de functie Bronregeneratie activeert, dan schakelt de ther-
mostaat het koelen opnieuw in en zorgt deze ervoor dat de
warmte uit de woonruimte via de warmtepomp in de grond
teruggegeven wordt.
8.2.11 Actuele kamerluchtvochtigheid aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Sys-
teem ----] → Act. kamerl.vocht.
–
Met deze functie kunt u de actuele kamerluchtvochtigheid
aflezen. De kamerluchtvochtigheidsvoeler is in de ther-
mostaat ingebouwd.
De functie is alleen geactiveerd als de thermostaat in de
woonruimte geïnstalleerd is.
8.2.12 Actueel dauwpunt aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Sys-
teem ----] → Actueel dauwpunt
–
Met deze functie kunt u het actuele dauwpunt aflezen.
Het actuele dauwpunt wordt berekend uit de actuele kamer-
temperatuur en de actuele kamerluchtvochtigheid. De waar-
den voor de berekening van het actuele dauwpunt krijgt de
thermostaat van de kamertemperatuurvoeler en de kamer-
luchtvochtigheidsvoeler.
Daarvoor moet de thermostaat in het woongedeelte gemon-
teerd en aan een zone toegewezen zijn. De thermostaat-
functie moet geactiveerd zijn.
Installatiehandleiding multiMATIC 700 0020198205_00