Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Zone1; Cv-Circuitmengklep, Status Aflezen; Cv-Pomp, Status Aflezen; Dagtemperatuur Instellen - Vaillant multiMATIC VRC 700 Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor multiMATIC VRC 700:
Inhoudsopgave

Advertenties

De thermostaat is in de woonruimte gemonteerd.
Een evt. beschikbare afstandsbediening VR 91 is in de
woonruimte gemonteerd.
De thermostaat of evt. de afstandsbediening VR 91 is
in de functie Zonetoewijzing aan de zone toegewezen,
waarin de thermostaat resp. de afstandsbediening VR 91
geïnstalleerd is. Als u geen zonetoewijzing uitvoert, dan
is de functie Binnencompensatie buiten werking.
Geen: de temperatuurvoeler wordt voor de regeling niet ge-
bruikt.
Compensatie: de ingebouwde temperatuurvoeler meet de
actuele kamertemperatuur in de referentiekamer. Deze
waarde wordt met de gewenste kamertemperatuur ver-
geleken en leidt bij een verschil tot een aanpassing van
de aanvoertemperatuur door de zogenaamde "Effectieve
gewenste kamertemperatuur". Effectieve gewenste kamer-
temp. = ingestelde gewenste kamertemp. + (ingestelde
gewenste kamertemperatuur - gemeten kamertemperatuur).
In de plaats van de ingestelde gewenste kamertemperatuur
wordt dan de effectieve gewenste kamertemperatuur voor de
regeling gebruikt.
Thermostaat: functie zoals compensatie, toch wordt bijko-
mend de zone uitgeschakeld als de gemeten gewenste ka-
mertemperatuur + 3/16 K hoger is dan de ingestelde ge-
wenste kamertemperatuur. Als de kamertemperatuur op-
nieuw + 2/16 K onder de ingestelde gewenste kamertempe-
ratuur daalt, dan wordt de zone opnieuw ingeschakeld. Het
gebruik van de kamerthermostaat leidt in combinatie met
een zorgvuldige gekozen stooklijn tot een optimale regeling
van de CV-installatie.
8.6.17 Koelen mogelijk activeren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRCUIT1 ----] → Koelen mogelijk
Als een warmtepomp aangesloten is, kunt u de functie
Koelen met het CV-circuit activeren.

8.6.18 Dauwpuntbewaking activeren

Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRCUIT1 ----] → Dauwpuntbewaking
Met deze functie kunt u de dauwpuntbewaking activeren.
Als er geen dauwpuntbewaking geactiveerd is, dan vergelijkt
de thermostaat de ingestelde minimale gewenste aanvoer-
waarde koelen met de dauwpunt+ offset. De thermostaat
kiest altijd de hogere temperatuur zodat zich geen condens
kan vormen.

8.6.19 Koelstarttemperatuur instellen

Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRCUIT1 ----] → Koelstarttemperatuur
Met deze functie kunt u de koelstarttemperatuur instellen.
Als de buitentemperatuur hoger is dan de ingestelde
koelstarttemperatuur, dan is de koelmodus mogelijk.
8.6.20 Offset van het dauwpunt instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRCUIT1 ----] → Offset dauwpunt
Met deze functie kunt u de offset van het dauwpunt in-
stellen.
0020198205_00 multiMATIC 700 Installatiehandleiding
Bedienings- en weergavefuncties 8
De offset is een veiligheidstoeslag die bij het dauwpunt op-
geteld wordt. De thermostaat kiest voor de berekende aan-
voertemperatuur het maximum uit ingestelde aanvoertempe-
ratuur en dauwpunt + offset.
8.6.21 Status van de externe warmtebehoefte
aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRCUIT1 ----] → Status ext. Warmteb.
Met deze functie kunt u aan de status op de externe in-
gang aflezen, of er een warmtebehoefte is.
Afhankelijk van de configuratie van de VR 70 is er voor elk
CV-circuit een externe ingang. Op deze externe ingang kunt
u bijv. een externe zonethermostaat aansluiten.
8.6.22 Status van de CV-pomp aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRCUIT1 ----] → Pompstatus
Met deze functie kunt u de actuele status (Aan, Uit) van
de CV-pomp van het CV-circuit aflezen.
8.6.23 Status van de CV-circuitmenger aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRCUIT2 ----] → Mengklepstatus
Met deze functie kunt u de actuele status (Open, Dicht,
Midden) van de CV-circuitmenger van CV 2 aflezen.
8.7

ZONE1

8.7.1

Zone deactiveren

Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[ZONE1 ----] → Zone geactiveerd
Met deze functie kunt nu de zone deactiveren die u niet
nodig hebt.
Alle aanwezige zones verschijnen op het display, als de aan-
wezige CV-circuits in de functie Soort circuit geactiveerd
zijn.
Soort circuit instellen (→ Pagina 10)
8.7.2

Dagtemperatuur instellen

Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[ZONE1 ----] → Dagtemperatuur
Met deze functie kunt u de gewenste dagtemperatuur
van de zone instellen.
8.7.3

Nachttemperatuur instellen

Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[ZONE1 ----] → Nachttemperatuur
Met deze functie kunt u de gewenste nachttemperatuur
van de zone instellen.
De nachttemperatuur is de temperatuur waarop de verwar-
ming in tijden van geringe warmtebehoefte (bijv. 's nachts)
verlaagd moet worden.
8.7.4

Kamertemperatuur aflezen

Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[ZONE1 ----] → Kamertemperatuur
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave