Instellingen die de installateur moet uitvoeren
67
Invloed van de kamertemperatuur
Constante kamertemperatuur omwille van de terug-
werking van de ruimtetemperatuur.
Detectie van vreemde warmtebronnen.
Mogelijkheid tot snelle opwarming en snelle daling van
de temperatuur.
Instelling voor de regeling van de kamertemperatuur.
• Selecteer de programmaregel 67 met behulp van de
toetsen voor regelselectie.
• Stel de invloed van de kamertemperatuur in met
behulp van de toetsen plus/min.
Instelbereik : 0 / 1
Standaard instelling : 0
Via de instelling wordt de invloed van de kamertempe-
ratuur op de temperatuursregeling gewijzigd.
0 = invloed van de kamertemperatuur niet actief
De gemeten kamertemperatuur heeft geen invloed
op de temperatuursregeling.
1 = invloed van de kamertemperatuur actief.
De gemeten kamertemperatuur werkt in op de tem-
peratuursregeling.
68
Invloed van de kamertemperatuur
De schommelingen van de kamertemperatuur ten
opzichte van de instelwaarde worden gedetecteerd en
in rekening gebracht voor de regeling in functie van de
externe omstandigheden.
Om de regelvariante "regeling in functie van de exter-
ne omstandigheden met invloed van de kamertempe-
ratuur" in te stellen, moeten volgende voorwaarden
vervuld zijn :
- De buitenvoeler moet aangesloten zijn.
- De instelling "invloed van de kamertemperatuur"
(67) moet actief zijn (1).
- De ruimteregelaar moet aangesloten zijn.
- In de referentieruimte mag geen enkele thermosta-
tische kraan ingesteld zijn.
(De eventuele thermostatische kranen moet maximaal
open staan.)
Verschil bij aanslaan voor ruimten
Temperatuursregeling voor verwarmingskring met
pompen.
Verhindert een oververhitting van de ruimten in geval
van een verwarmingskring met pompen.
Laat toe de kamertemperatuur te beperken in geval
van een verwarmingskring met pompen.
• Selecteer de programmaregel 68 met behulp van de
toetsen voor regelselectie.
• Stel het verschil bij aanslaan in met behulp van de
toetsen plus/min.
Instelbereik : 0,5 ... 4,0 °C
Standaard instelling : 1,5°C
Het verschil bij aanslaan voor de tweepuntsregeling
wordt gewijzigd.
20
Verlagen = Het verschil bij aanslaan wordt kleiner. De
pompen slaan frequenter aan en af (meer cycli). De
kamertemperatuur varieert weinig.
Verhogen = Het verschil bij aanslaan wordt groter. De
pompen slaan minder frequent aan en af (minder
cycli). De kamertemperatuur varieert meer.
Instelling van de kamertemperatuur
Voor de verwarmingskringen met pompen wordt de
warmtetoevoer geregeld door het aan- en afslaan van
de pompen. Dit is voornamelijk te wijten aan een twee-
puntsregeling met behulp van het verschil bij aanslaan
voor ruimten.
TRx
Reële waarde van de kamertemperatuur
TRw
Instelwaarde van de kamertemperatuur
SDR
Verschil bij aanslaan voor ruimten
ON
Tijdstip van aanslaan
OFF
Tijdstip van afslaan
T
Tijd
P
Pomp
W
Instelwaarde
SD
Verschil bij aanslaan
ON
Tijdstip van aanslaan
OFF
Tijdstip van afslaan
Pomp van de verwarmingskring
Verschil bij aanslaan
Pomp AAN = TRw
Pomp UIT = TRw + SDR