Instellingen die de installateur moet uitvoeren
60
Weergave van de foutcodes van de brande-
rautomaat van de ketel
Eenvoudige controle van de installatie.
Hulp voor opsporing van fouten.
De regelaar geeft de foutcode weer die door de bran-
derautomaat van de condensatieketel wordt doorgege-
ven.
Bij normale werking verschijnt de boodschap "ER" op
het display wanneer een fout optreedt.
• Selecteer de programmaregel 60 met behulp van de
toetsen voor regelselectie.
• Geeft de foutenlijst weer met behulp van de plus/min-
toetsen.
Weergavebereik: 1 ... 255
leeg = geen fouten
Wanneer de gebruiker de commandoregel oproept,
verschijnt de eerste waarde van de foutenlijst.
De regelaar kan hoogstens 2 foutboodschappen in het
geheugen opslaan. De fouten worden enkel gewist
wanneer de oorzaak van de fout werd weggewerkt.
Indien andere fouten optreden, worden die in het
geheugen opgeslagen zodra een plaats vrijkomt.
In de technische informatie met betrekking tot de
condensatieketel is een lijst met mogelijke fouten
opgenomen.
18
62
Verlaagde instelwaarde van de warmwater-
temperatuur
Enkel warmwater wanneer dit echt nodig is.
Energiebesparing.
Indien het warm water met behulp van een thermo-
staat bekomen wordt, is de modus warmwater met ver-
laagde instelwaarde onmogelijk.
• Selecteer de programmaregel 62 met behulp van de
toetsen voor regelselectie.
• Stel de verlaagde instelwaarde van de warmwater-
temperatuur in met behulp van de toetsen plus/min.
Instelbereik : 8 ... TBWw
Eenheid : °C
Standaard instelling : 40°C
TBWw = Nominale instelwaarde van de warmwater-
temperatuur (instelling regel 18)
De instelwaarde van de temperatuur in verlaagde
warmwatermodus wordt gewijzigd.
Instelwaarde warmwater
Voor het warm water kunnen twee verschillende instel-
waarden worden ingesteld:
Nominale instelwaarde van de warmwatertempera-
tuur (instelling regel 18), d.w.z. de gewenste warm-
watertemperatuur tijdens de voornaamste uren van
gebruik.
Verlaagde instelwaarde van de warmwatertempera-
tuur (instelling regel 62), d.w.z. de gewenste warm-
watertemperatuur tijdens de secundaire uren van
gebruik.
Werkingstijden
De tijdstippen waarop het warm water op deze instel-
waarden moet worden opgewarmd, kunnen op regel
63 worden ingesteld.
18 Instelling van de "nominale instelwaarde van de
warmwatertemperatuur"
59 Instelling van de "maximale nominale instel-
waarde van de warmwatertemperatuur"
62 Instelling van de "verlaagde nominale instel-
waarde van de warmwatertemperatuur"