Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Zonder Ruimteregelaar - OERTLI DomoCommand DC 210 Gebruiksaanwijzing

Regelsysteem in functie van de externe omstandigheden voor modulerende condensatieketels met gasbranders
Inhoudsopgave

Advertenties

Instellingen die de installateur moet uitvoeren
54
Nominale instelwaarde van de kamertempe-
ratuur
Weergave van de nominale instelwaarde van de
kamertemperatuur.
• Selecteer de programmaregel 54 met behulp van de
toetsen voor regelselectie.
Er kan niets ingesteld worden met de plus- of min-
toets.
Weergavebereik: 0 ... 35,0 °C
De nominale instelwaarde van de kamertemperatuur
wordt automatisch weergegeven wanneer men de
commandoregel oproept.
De nominale reële instelwaarde van de kamertempe-
ratuur is samengesteld uit een ingestelde instelwaarde
en een correctie die eventueel op de ruimteregelaar
wordt ingesteld.

Zonder ruimteregelaar

Instelling op de draaiknop van de regelaar = nominale
instelwaarde van de kamertemperatuur van de rege-
laar
In geval van gebruik van een ruimteregelaar zon-
der programmatie
(bijvoorbeeld DC 50)
Instelling op de draaiknop van de regelaar + correctie
met de draaiknop van de ruimteregelaar (± 3°C)*
= nominale instelwaarde van de kamertemperatuur
van de regelaar
In geval van gebruik van een ruimteregelaar met
programmatie
(bijvoorbeeld DC 70)
Geprogrammeerde instelwaarde op de ruimteregelaar
+ correctie met de draaiknop van de ruimteregelaar
(± 3°C)*
= nominale instelwaarde van de kamertemperatuur
van de regelaar
Opmerking : in dit geval heeft de draaiknop van de
regelaar geen uitwerking.
* Met de correcties van de instelwaarde van de ruim-
teregelaars worden enkel in werkingsmodus
ning gehouden.
Vorstbeveiliging van de installatie
58
Vorstbeveiliging van de installatie.
Indien deze functie actief is en er kans is op vorst, zal
de verwarming automatisch aanslaan en verhinderen
dat de installatie dichtvriest.
Om deze functie te kunnen garanderen, moet de
installatie perfect werken!
• Selecteer de programmaregel 58 met behulp van de
toetsen voor regelselectie.
• Stel de functie vorstbeveiliging van de installatie in
met behulp van de plus/min-toetsen.
Instelbereik: 0 (uit) / 1 (aan)
Standaard instelling: 1 (aan)
De functie vorstbeveiliging van de installatie veilig
stellen in geval van instelling in functie van de
externe omstandigheden
De pomp van de verwarmingskring start op in functie
van de huidige buitentemperatuur, hoewel er geen
warmtevraag is.
Buitentemperatuur
...- 5°C
-4 ... 1,5°C
1,5 °C ...
59
Maximale nominale instelwaarde van de
warmwatertemperatuur
De toegang tot deze instelling door de eindgebruiker
kan beperkt worden.
Vermijdt elk risico op verbranding met kokend water.
• Selecteer de programmaregel 59 met behulp van de
toetsen voor regelselectie.
• Stel de maximale nominale instelwaarde in met
behulp van de plus/min-toetsen.
Instelbereik: 8 ... 80 °C
Standaard instelling: 60 °C
De instelling legt een maximumwaarde op voor de
nominale instelwaarde van de warmwatertemperatuur
(instelling 18).
reke-
18 Instelling van de "nominale instelwaarde van de
warmwatertemperatuur"
59 Instelling van de "maximale nominale instelwaarde
van de warmwatertemperatuur"
62 Instelling van de "verlaagde nominale instelwaarde
van de warmwatertemperatuur"
Pomp
steeds in werking
draait om de 6 uur gedurende
10 minuten ongeveer
steeds uitgeschakeld
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave