MENU 7.1.6.1 - MAX. VERSCH. AANVOERTEMP.
Max. versch. compressor
Instelbereik: 1 – 25 °C
Max. versch. bijverwarming
Instelbereik: 1 – 24 °C
BT12 verschuiving warmtepomp 1 – 8
Instelbereik: -5 – 5 °C
Hier stelt u het maximaal toegestane verschil in tussen de
berekende en de actuele aanvoertemperatuur in het geval
van respectievelijk de compressor- of de bijverwarmingsmo-
dus. Het max. verschil bijverwarming kan nooit hoger zijn
dan het max. verschil compressor
Max. versch. compressor: Indien de actuele aanvoertempe-
ratuur de berekende aanvoertemperatuur met de ingestelde
waarde overstijgt, wordt de waarde in graadminuten inge-
steld op +1. De compressor in de warmtepomp stopt als er
alleen een warmtevraag is.
Max. versch. bijverwarming: Indien "Bijverwarming" wordt
gekozen en geactiveerd in menu 4.1 en de actuele aanvoer-
temperatuur de berekende temperatuur met de ingestelde
waarde overstijgt, wordt de bijverwarming stopgezet.
BT12 verschuiving: Indien er een verschil is tussen de externe
aanvoertemperatuursensor (BT25) en de temperatuursen-
sor, condensoraanvoer (BT12) kunt u hier een vaste verschui-
ving instellen om het verschil te compenseren.
MENU 7.1.6.2 - FLOWINST., KLIMAATSYST.
Instelling
Opties: Radiator, Vloerverwarm., Rad. + vloerverw., Eigen
instelling
DOT
Instelbereik DOT: -40,0 – 20,0 °C
Delta T bij DOT
Instelbereik dT bij DOT 0,0 – 25,0
Hier wordt het type afgiftesysteem ingesteld waar de circu-
latiepomp verwarmingssysteem naartoe werkt.
dT bij DOT is het verschil in graden tussen aanvoer- en re-
tourtemperaturen bij de ontwerpbuitentemperatuur.
MENU 7.1.6.3 - VERMOGEN BIJ DOT
Handm. gesel. vermogen bij DOT
Instelbereik: aan/uit
Vermogen bij DOT
Instelbereik: 1 – 1 000 kW
Hier stelt u het vermogen in dat het pand nodig heeft bij
DOT (gedimensioneerde buitentemperatuur).
Als u ervoor kiest om "Handm. gesel. vermogen bij DOT" niet
te activeren, wordt de instelling automatisch verricht;
SMO S40 berekent geschikt vermogen bij DOT.
NIBE SMO S40
MENU 7.1.6.4 - BEGRENZING RV IN
VERWARMING
Hier kunt u tijdens verwarming de Vochtigheidsregeling ac-
tiveren op basis van de relatieve vochtigheid (RH) in de lucht.
Wordt alleen weergegeven als er een vochtsensor is geïnstal-
leerd.
MENU 7.1.7 - KOELING
Dit menu bevat submenu's waar u geavanceerde instellingen
kunt invoeren voor tijdens koeling.
MENU 7.1.7.1 - KOELINGSINSTELLINGEN
Max. compressoren in act. koel.
Instelbereik: 1 – max. aantal
Superkoeling
Instelbereik: aan/uit
Max. compressoren in act. koel.: Hier stelt u het maximale
aantal compressoren in dat gebruikt mag worden voor koe-
ling als er meerdere compressoren beschikbaar zijn.
Superkoeling: Als superkoeling is geactiveerd, geeft de in-
stallatie prioriteit aan de productie van koeling met behulp
van de warmtepomp terwijl er warmtapwater wordt gepro-
duceerd door bijverwarming in de boiler.
MENU 7.1.7.2 - VOCHTREGELING
Wordt alleen weergegeven als er een vochtsensor is geïnstal-
leerd en als koeling is geselecteerd.
Voorkom condensvorm. in koude
Instelbereik: aan/uit
Begrenzing RV in koude
Instelbereik: aan/uit
Voorkom condensvorm. in koude: Als deze functie is geacti-
veerd, wordt condensatie in de leidingen voorkomen.
Begrenzing RV in koude: Als deze functie is geactiveerd,
wordt de temperatuur geregeld om de gewenste relatieve
vochtigheid (RH) te bereiken.
MENU 7.1.8 - ALARMEN
In dit menu kunt u instellingen invoeren voor de veiligheids-
maatregelen die SMO S40 uitvoert in geval van een storing.
MENU 7.1.8.1 - ALARMHANDELINGEN
Kamertemperatuur verlagen
Instelbereik: aan/uit
Stop produceren WW
Instelbereik: aan/uit
Audiosignaal op alarm
Instelbereik: aan/uit
Selecteer hier hoe u wilt dat de SMO S40 u waarschuwt dat
er een alarm op het display wordt weergegeven.
Hoofdstuk 9 | Regeling – Menu's
53