Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Komfovent RHP STANDARD Gebruikershandleiding pagina 56

Verberg thumbnails Zie ook voor RHP STANDARD:
Inhoudsopgave

Advertenties

NL
Code
Bericht
Elektrische heater
21A-23A
oververhit
Storing verdamper
24A - 27A
luchttemperatuur
sensor
Storing lucht
31A-38A
temperatuur
sensor
Temperatuur
39A,40A
retourwater laag
Storing
toevoerlucht
41A,42A
temperatuur
sensor
43A,44A
Externe stop
Waterpomp /
45A
batterij alarm
Communicatie
84A - 87A
fout
90A
Service modus
56
Mogelijke oorzaak
Temperatuur elektrische verwarmer
is gestegen tot boven 100 °C,
omdat:
1. De toevoerluchtstroom te laag bij
hoge verwarmingsvraag.
2. Stroomuitval tijdens de werking
van de elektrische verwarmer; de
verwarmer kon niet afkoelen.
3. Storing in de elektrische
verwarmer.
Luchttemperatuursensor
stroomopwaarts van de verdamper
niet aangesloten of defect.
Een van de extra
zonetemperatuursensoren is defect
of niet aangesloten.
De retourwatertemperatuur
van de extra temperatuurzone
waterverluchtverwarmer is onder
de toegestane limiet gezakt.
Niet aangesloten of defecte
temperatuursensor in de kast,
die de temperatuur van de
toevoerlucht stroomafwaarts van
de warmtewisselaar meet.
De kast is gestopt door een extern
apparaat dat is aangesloten op de
extra zonemodule.
Signaal van de waterstroomsensor
of circulatiepomp ontvangen.
De printplaat van de warmtepomp
is buiten werking of de aansluiting
is defect.
C5-regelaar geblokkeerd.
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
Acties van de gebruiker
1 a. Controleer het luchtkanaalsysteem,
de luchtinlaat en -uitlaatdempers,
ventilatorwerking.
1 b. Verlaag de gewenste temperatuur.
1 c. Verhoog de intensiteit van de ventilatie.
2. Controleer of de kast is aangesloten op het
elektriciteitsnet.
3. Neem contact op met de bevoegde service.
Zodra de storing is verholpen, moet u
een oververhittingsbeveiligingszekering
resetten voordat u de kast opnieuw
opstart. Zoek naar een gele sticker met
het woord "Reset" in de kast die een
oververhittingsbeveiligingszekering
markeert.
Neem contact op met de bevoegde service.
1. Controleer of de sensor is aangesloten.
Als een sensor moet worden vervangen,
neem dan contact op met een bevoegde
servicevertegenwoordiger.
2. Controleer of de parameters voor de extra
temperatuurzone correct zijn gecon gureerd
(zie hoofdstuk "Functies" of "Extra
zoneregeling C5" van de gebruiksaanwijzing).
1. Controleer de toestand van een
circulatiepomp en het verwarmingssysteem
naast de werking van een
verwarmingsklepaandrijving. Controleer of er
warm water in het systeem is.
2. Controleer of de parameters voor de extra
temperatuurzone correct zijn gecon gureerd
(zie hoofdstuk "Functies" of "Extra
zoneregeling C5" van de gebruiksaanwijzing)
Controleer of de sensor is aangesloten.
Als een sensor moet worden vervangen,
neem dan contact op met een bevoegde
servicevertegenwoordiger.
Zodra het extra apparaat is gestopt, draait de
kast in de normale modus.
Controleer of er voldoende water in het
systeem aanwezig is en of de circulatiepomp
en de watermengkleppen werken.
1. Controleer de stroomonderbrekers van de
warmtepomp.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
Neem contact op met de bevoegde service.
RHP STANDARD_user manual_24-06

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave