Code
Bericht
14A
Externe stop
Storing
15A
warmtewisselaar
Aanvriezing
16A
warmtewisselaar
Toevoer
17A
luchttemperatuur
te laag
Toevoer
18A
luchttemperatuur
te hoog
Laag toevoer
19A
luchtdebiet
Laag retour
20A
luchtdebiet
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
RHP STANDARD_user manual_24-06
Mogelijke oorzaak
De kast is gestopt door een extern
apparaat (knop, timer, sensor).
1. Roterende warmtewisselaar
draait niet.
2. Temperatuursensoren werken
niet goed.
Bevriezen is mogelijk bij lage
buitentemperaturen en een hoge
luchtvochtigheid binnenshuis.
1. Geïntegreerde
verwarmingstoestellen werken niet.
2. Extra verwarmings-/
koelapparaten zijn defect of
verkeerd geïnstalleerd.
3. Defecte luchttemperatuursensor.
1. Geïntegreerde
verwarmingstoestellen werken niet
goed.
2. Extra verwarmings-/
koelapparaten
werken niet goed of zijn verkeerd
geïnstalleerd.
3. Defecte luchttemperatuursensor.
1. Obstakel in het kanaalsysteem.
2. VAV-luchtstroomregeling
geselecteerd, maar druksensoren
zijn niet aangesloten.
3. Defecte toevoerluchtventilator.
1. Obstakel in het kanaalsysteem.
2. VAV-luchtstroomregeling
geselecteerd, maar druksensoren
zijn niet aangesloten.
3. Defecte afvoerluchtventilator
Acties van de gebruiker
Zodra het extra apparaat is gestopt, werkt de
kast in de normale modus.
1. Controleer op vreemde voorwerpen of
puin dat het draaien van de rotortrommel
verhindert. Controleer of de rotorriem niet
gescheurd is.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
Controleer de aandrijving van de roterende
of bypass actuator van de platen wisselaar.
Controleer of een externe voorverwarmer
werkt, indien gebruikt.
1. Neem contact op met de bevoegde service.
2. Neem contact op met het bedrijf dat
extra verwarmings-/koelapparatuur heeft
geïnstalleerd of verkocht.
3. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Neem contact op met de bevoegde service.
2. Neem contact op met het bedrijf dat
extra verwarmings-/koelapparatuur heeft
geïnstalleerd of verkocht.
3. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Controleer of de regelkleppen, luchtinlaat-
en uitlaatopeningen niet geblokkeerd zijn,
controleer of de stelkleppen niet volledig
gesloten zijn.
2. Als er VAV-luchtstroomregeling nodig
is, installeer dan druksensoren en verbind
kanaalgemonteerde druksensoren. Als de
VAV-modus niet nodig is, selecteer dan CAV
of DCV in de instellingen.
3. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Controleer of de regelkleppen, luchtinlaat-
en uitlaatopeningen niet geblokkeerd zijn,
controleer of de stelkleppen niet volledig
gesloten zijn.
2. Als er VAV-luchtstroomregeling nodig
is, installeer dan druksensoren en verbind
kanaalgemonteerde druksensoren. Als de
VAV-modus niet nodig is, selecteer dan CAV
of DCV in de instellingen.
3. Neem contact op met de bevoegde service.
55