7.5. Warmtepomp
•
De gebruiker kan alleen visuele inspecties van de warmtepomp uitvoeren. Mechani-
sche/elektrische werkzaamheden aan een warmtepomp mogen alleen worden uit-
gevoerd door gekwali ceerde specialisten op het gebied van koelsystemen of door
een vertegenwoordiger van "Komfovent".
•
Schroef geen schroefdraadverbindingen of doppen van de warmtepompkast los. De
temperatuur van het verdampende koelmiddel is zeer laag en veroorzaakt ernsti-
ge bevriezing bij contact met de huid. Als u afwijkingen aan de warmtepompkast
vaststelt, neem dan onmiddellijk contact op met een gekwali ceerde specialist in
koelsystemen of met een vertegenwoordiger van "Komfovent".
Controleer op de aanwezigheid van vocht in het koelsysteem. Daartoe is een kijkglas met vochtigheids-
indicator aangebracht. De indicator is volledig groen wanneer er geen vocht in het systeem aanwezig is en
verandert van kleur (naar geel of rood) wanneer er vocht wordt gedetecteerd. Controleer het peil van het
koelmiddel bij benadering - het vloeistofpeil moet ten minste tot ¾ van het kijkglas staan. Inspecteer zicht-
bare pijpleidingverbindingen visueel op corrosie en koelmiddellekken. Controleer, terwijl de warmtepomp
draait, of de compressor normaal werkt, zonder bijgeluiden of abnormale trillingen.
7.6. Waterluchtverwarmer/koeler
Controleer op vloeisto ekkage; controleer de goede werking van een terugslagklep en een pomp.
Controleer de schroefdraadverbindingen op dichtheid. Controleer de werking van een antivriessysteem.
Controleer of de retourwatertemperatuursensor correct is geïnstalleerd en geïsoleerd. Controleer of een
capillaire thermostaat, indien geïnstalleerd, goed werkt.
Vuil van de waterspoeloppervlakken moet met perslucht worden verwijderd. Let op dat u de spoella-
mellen niet beschadigt tijdens het schoonmaken.
7.7. Directe verdampingskoeler/-verwarmer (DX)
Controleer op koelmiddellekkage. Controleer in een vochtigheidsindicator of het koelmiddel vochtvrij
is; controleer of er voldoende koelmiddel is. Controleer de werking van de externe kast en de temperatuur-
sensoren. Voer regelmatig onderhoudswerkzaamheden uit aan een directe verdampingskoeler/verwarmer
in overeenstemming met de documentatie van de fabrikant.
Vuil van de koelmiddelspoeloppervlakken moet met perslucht worden verwijderd. Let op dat u de
spoellamellen niet beschadigt tijdens het schoonmaken.
7.8. Elektrische verwarmer
Controleer de werking van oververhittingsthermostaten en automatisering. Inspecteer de installatie
van de voeding, de contacten en de automatische schakelaars.
Verwarmingsbuizen van de elektrische verwarmer kunnen vervuild raken met stof en ander vuil dat
onder overmatige hitte kan ontbranden, daarom moeten ze worden gereinigd. De buizen moeten worden
gereinigd met een vochtige doek of met perslucht. Wacht tot de buizen volledig zijn gedroogd voordat u
de kast inschakelt.
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
RHP STANDARD_user manual_24-06
51