4. GEBRUIK
4.1 VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
•
Bij eerste gebruik of na lange periode van stilstand: laat het apparaat minstens 4 uur draaien op stand '5' voor
u producten in de vriezer plaatst. Zet na 24 uur de temperatuurregeling tussen '1' en '5'.
•
Het toestel werkt mogelijk niet optimaal (kans op ontdooien of te warme temperatuur in de vriezer) wanneer
het gedurende langere periode op een plaats staat waar de omgevingstemperatuur onder het minimum zit
van het temperatuurbereik waarvoor het koelapparaat ontworpen is. De informatie over het temperatuurbereik
(klimaattype) van het toestel is vermeld op het typeplaatje, en toegelicht in paragraaf 1.3.
•
De binnentemperatuur kan worden beïnvloed door factoren zoals de locatie van het koeltoestel, de
omgevingstemperatuur en de frequentie waarmee de deur wordt geopend. Pas de temperatuurinstelling hier
desgewenst op aan.
•
Als er trillingsgeluiden ontstaan doordat het apparaat tegen de muur staat of als de muur zwart wordt door
luchtcirculatie rond de compressor, moet u het apparaat weg van de muur plaatsen.
•
Plaats geen gevulde glas- of blikverpakkingen in de vriezer om breuk als gevolg van uitzetting van het volume te
voorkomen.
•
Plaats geen elektrische apparaten in de vriezer (zoals ijsmachines), tenzij deze uitdrukkelijk geschikt verklaard
zijn door de fabrikant.
•
Verpakkingen met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lekken bij lage temperaturen, bewaar geen
ontvlambare gassen of vloeistoffen in het apparaat.
•
Bewaar geen houders met brandbare materialen, drijfgas of explosieve stoffen zoals spuitbussen,
navulpatronen voor brandblussers enzovoort, in het apparaat.
•
Leg geen koolzuurhoudende of bruisende dranken in het vriesvak.
•
Gebruik het apparaat niet als een onderdeel beschadigd of defect is. Vervang een beschadigd of defect
apparaat onmiddellijk. Haal de stekker uit het geaarde stopcontact en neem contact op met de klantenservice.
•
Gebruik uitsluitend de voedingskabel die vanuit de fabriek op het apparaat is gemonteerd. Wijzig de
voedingskabel niet. De voedingskabel mag alleen door een bevoegde servicemonteur worden vervangen.
•
Gebruik het apparaat nooit in een vochtige ruimte, zoals een badkamer, of in de nabijheid van een bad, een
douche of een zwembad.
•
Controleer voor gebruik of de spanning op het geaarde stopcontact dat u wilt gebruiken overeenkomt met die
op het typeplaatje van het apparaat (220-240V~50/60Hz). Sluit het apparaat alleen aan op een geaard
stopcontact. Schade die is veroorzaakt door een foutieve spanning, valt buiten de garantie.
4.2 TEMPERATUUR INSTELLEN
De temperatuur van de koel-vriescombinatie wordt geregeld via het bedieningspaneel in het koelvak.
•
De temperatuurinstelling van de koel-vriescombinatie verloopt als volgt:
5
4
3
2
1
FAST COOL
KOUDSTE
KOUD
•
Om bevroren voedsel te vermijden wordt modus '3' aanbevolen. Modus '5' wordt niet aanbevolen.
•
U kunt de functie 'Fast cool" (snel koelen) instellen om voedsel snel te koelen of in te vriezen. De 'Fast
Cool'-functie wordt na 26 uur automatisch uitgeschakeld of kan ook handmatig worden uitgeschakeld.
5.
5
Wanneer de gebruiker een koudere temperatuur nodig heeft.
4
3
Bij normaal gebruik.
2
Wanneer de gebruiker geen koudere temperatuur nodig heeft.
1
14