Gebruik
• Het ultrasoon moet uitgeschakeld zijn terwijl u producten plaatst.
• Controleer het vulniveau. Sonicatieproducten moeten volledig bedekt zijn met
vloeistof. Inzetreservoirs voor indirecte sonicatie moeten ten minste 2 cm in de
sonicatievloeistof zijn ondergedompeld.
• Verwijder luchtbellen uit holle ruimtes. Draai de producten dienovereenkomstig.
Verwijder luchtbellen onder inzetreservoirs. Het ultrasoon werkt alleen daar
waar vloeistof in contact komt met het sonicatieproduct of het inzetreservoir.
• Leg de meer verontreinigde zijde naar beneden. Plaats producten met
scharnieren (bijv. scharen, tangen) in geopende toestand, zodat het gehele
oppervlak optimaal door de sonicatievloeistof wordt bereikt.
5.10 Verwijder sonicatieobjecten
WAARSCHUWING
Gevaar voor verbranding
De sonicatievloeistof, sonicatieproducten, het oppervlak van het apparaat en
accessoires kunnen erg heet zijn.
- Raak het oppervlak van het apparaat of accessoires zoals het deksel niet aan.
Grijp niet in de sonicatievloeistof.
- Laat de sonicatieproducten afkoelen, voordat u deze aanraakt.
Schakel de ultrasoon uit voordat u sonicatieobjecten verwijdert.
Verwijder sonicatieobjecten niet met de hand. Neem bijvoorbeeld de inhangkorf
met de sonicatieobjecten er voorzichtig uit en plaats deze op een vlakke
ondergrond.
Spoel sonicatieproducten af met schoon water.
Laat sonicatie-objecten niet te lang in de sonicatievloeistof liggen. Dit kan de
producten beschadigen.
28 / 52
1686-002 nl/2024-09