4
Voorbereiding voor gebruik
4.1 Vereisten voor de installatielocatie
De plaats van opstelling van het apparaat moet aan de volgende voorwaarden
voldoen:
• Het opstelvlak moet waterpas, stevig en droog zijn.
• Het draagvermogen moet voldoende zijn voor het apparaat met de
sonicatievloeistof. Gewicht en werkinhoud zie hoofdstuk 8.1 Technische
gegevens.
• Er moet voldoende ventilatie zijn. De luchttoevoer onder de bodem van
het apparaat mag niet worden belemmerd door voorwerpen. Als een
geluidswerende doos wordt gebruikt, moet deze ook voldoende ventilatie
bieden.
• Er moet een wateraansluiting in de buurt zijn om het apparaat te vullen. Er moet
een bassin beschikbaar zijn om de sonicatievloeistof af te tappen of uit te gieten.
4.2 Kogelkraan monteren
Betreft apparaten vanaf DT 102 H / DT 102 H-RC.
Monteer de meegeleverde kogelkraan, slangtule en slang volgens de
montagehandleiding die bij de kogelkraan is meegeleverd.
4.3 Functietest uitvoeren
Voorwaarde
• Het apparaat heeft zich minimaal 2 uur aangepast aan de klimatologische
omstandigheden op de plaats van opstelling.
Procedure
1. Steek de stekker van het apparaat in een geaard stopcontact.
2. Druk op de Aan/Uit-toets om het apparaat in te schakelen.
3. Schakel het ultrasoon kort in. Druk hiervoor op de toets start/stop. Druk na
1 tot 2 seconden opnieuw op de Start/Stop-toets om het ultrasoon uit te
schakelen.
1686-002 nl/2024-09
Voorbereiding voor gebruik
17 / 52