Mogelijke storingen en het verhelpen ervan
De meest voorkomende storingen kunnen door de onderstaande, eenvou-
dige maatregelen worden verholpen.
1. De band (36) loopt niet meer gelijkmatig
Om de band gelijkmatig te laten lopen en om de wrijving tussen de band
(36) en de glijplank (35) te verminderen moet u van tijd tot tijd een silico-
nenhoudend smeermiddel in het gedeelte van de glijplank onder de band
(36) aanbrengen. Houd er daarbij rekening mee dat het smeermiddel niet
op een olie- of petroleumverbinding gebaseerd mag zijn.
2. De band (36) loopt niet meer in het midden of slipt door
a) Wanneer de band (36) in de looprichting naar links is verschoven, de
linker bout (5) in wijzerrichting (met de klok mee) draaien en de rechter bout
(5) een kwartslag tegen de klok in draaien. Even kort op de band lopen.
Loopt de band nog niet in het midden, dan de bovenstaand beschreven
procedure herhalen.
b) Wanneer de band (36) in de looprichting naar rechts is verschoven, de
linker bout (5) in tegenwijzerrichting (tegen de klok in) draaien en de rech-
ter bout (5) een kwartslag met de klok mee draaien. Even kort op de band
lopen.
Loopt de band nog niet in het midden, dan de bovenstaand beschreven
procedure herhalen.
c) Wanneer de band (36) doorslipt, de beide bouten (5) een kwartslag met
de klok mee draaien. Even kort op de band lopen. Slipt de band (36) nog
steeds door, dan de bovenstaand beschreven procedure herhalen.
Gebruikshandleiding voor een mechanische loop-
band, magnetisch geremd
De loopband op een vlakke ondergrond zetten en met de Veiligheidsknop
(54) voor trainingsdoel en voor de ingeklapte stand volgens handleiding
bedienen.
De standvastigheid van het apparaat mag niet beïnvloed worden door het
onderleggen van een houten plaat, of iets dergelijks, voor of achter het
apparaat.
Stelt u voor het trainingsbegin vast, dat het apparaat niet met meer dan het
maximale lichaamsgewicht belast wordt. Tevens dient er achter de loop-
band voldoende veiligheidsruimte te zijn van 2000x1000 mm.
Gaarne in het midden van het loopvlak te lopen, houdt u zich vast en stapt
u niet tijdens het lopen op de houten loopplank (35) of op het opstapge-
deelte (10). U dient te lopen met uw gezicht richting de computer op de
loopband.
In noodgeval stapt u aan de zijkant van de loopband af en dient u zichzelf
vast te leuning (29).
Zo gauw niemand zich op het loopvlak begeeft stopt de loopband.
De trederand is in het rode gebied moeten loopvlak gestopt
en worden momenteel aangepast.
Wordt het loopvlak rand van het gele gebied is
een veilige werking gewaarborgd.
48