TABEL MET
ONREGELMATIGHEDEN
EN OPLOSSINGEN
EFFECT
Een vertraagde activering van de
ventilatie met betrekking tot de
nieuwe temperatuurs- of functie-
instellingen.
Het apparaat activeert de ventilatie
niet.
De ventilatie start niet op, zelfs niet
als er warm of koud water in het
hydraulisch circuit zit.
Er lekt water uit het apparaat
tijdens het verwarmen.
Er vormt zich vocht op het voor-
paneel.
Er zijn waterdruppels aanwezig op
het luchtuitlaatrooster.
Er lekt enkel tijdens het koelen
water uit het apparaat.
Het apparaat maakt een vreemd
geluid.
OORZAAK
De klep heeft tijd nodig om te
openen, bijgevolg duurt het even
vooraleer er koud of warm water
circuleert in het apparaat.
Geen koud of warm water in het
systeem.
De hydraulische klep blijft gesloten.
De ventilatormotor is geblokkeerd
of oververhit.
De microschakelaar die de ventila-
tie stopzet als het fi lterrooster ge-
opend is, sluit niet naar behoren.
De elektrische verbindingen zijn
niet correct.
Er zijn lekken in de hydraulische
verbindingen van het systeem.
Er zijn lekken in de ventielen.
De thermische isolatie is losge-
komen.
In zeer vochtige omstandigheden
(>60%) kan er condens optreden,
vooral bij minimale ventilatiesnel-
heden.
De condensschaal is geblokkeerd.
De condensafvoer heeft geen
helling nodig om correct te
functioneren.
De verbindingsbuizen en klep-unit
zijn niet goed geïsoleerd.
De ventilator raakt de structuur.
De ventilator is uit evenwicht.
Ga na of de fi lters verstopt zijn en
reinig ze indien nodig
TABEL MET STORINGEN EN OPLOSSINGEN
OPLOSSING
Geef de klep 2 of 3 minuten tijd
om te openen.
Ga na of de boiler en koeler
correct functioneren.
Demonteer de klepbehuizing
en ga na of het water opnieuw
circuleert.
Controleer de werking van de klep
door deze afzonderlijk te voorzien
van 230V/AC. Als de klep opstart,
kan het probleem bij de elektroni-
sche regelaar liggen.
Controleer motorwikkelingen en
of de ventilator ongehinderd kan
draaien.
Ga na of het microschakelaar-
contact geactiveerd wordt als u
het rooster sluit.
Controleer de elektrische
verbindingen.
Ga op zoek naar lekken en span
de verbindingen aan.
Controleer de dichtingen
Ga na of de thermo-akoestische
isolatie correct geplaatst is met
speciale aandacht voor die aan
de voorkant boven de vleugel-
batterij.
Zodra de vochtigheid daalt,
verdwijnt het fenomeen. Een paar
waterdruppels in het apparaat
betekenen nog niet dat er een
storing is.
Giet traag een fl es water in het
onderste deel van de batterij om
de afvoer te controleren. Reinig de
schaal en/of vergroot de helling
van de afvoerbuis indien nodig.
Controleer de isolatie van de buizen.
Ga na of de fi lters verstopt zijn en
reinig ze indien nodige.
De onbalans zorgt voor
overmatige vibraties van de
machine, vervang de ventilator.
Reinig de fi lters.
NL
FR
DE
EN
IT
PL
15