Instellingen verificatie/beveiliging
Overzicht instellingen
verificatie/beveiliging
Met Instellingen verificatie/beveiliging beperkt u de toegang tot het servicegebied, zoals
de menupaden Taakstatus en/of Apparaatstatus.
• U kunt verificatie alleen gebruiken als in het accountingtypemenu accounting is
ingeschakeld.
• De accountinginstellingen bepalen welke functies in de instellingen voor verificatie
en beveiliging beschikbaar zijn.
• De instellingen voor verificatie en beveiliging zijn alleen beschikbaar voor
systeembeheerderaccounts.
Soorten gebruikers
Instellingen verificatie/beveiliging bepaalt hoe gebruikers functies benaderen. Op de
pers kunnen gebruikersgegevens worden vastgelegd. Met de functie Instellingen
verificatie/beveiliging > Verificatie beperkt u handelingen aan de hand van het
gebruikerstype. Gebruikers worden in de volgende typen onderverdeeld:
• Systeembeheerders: dit zijn gebruikers die de systeembeheerdersmodus kunnen
openen en de instellingen van de pers kunnen wijzigen. Een systeembeheerder gebruikt
een aparte gebruikers-ID: de systeembeheerders-ID.
• Normale gebruikers: andere gebruikers dan systeembeheerders in een modus zonder
verificatie.
Soorten verificatie
Afhankelijk van waar de gebruikersgegevens zijn opgeslagen, worden er drie soorten
verificatie gebruikt:
• Verificatie via het plaatselijke apparaat: hierbij worden voor de verificatie de
gebruikersgegevens gebruikt, die voor de functie Accountbeheer zijn vastgelegd. U
moet daarom de functie Accountbeheer inschakelen als u verificatie via het plaatselijke
apparaat gebruikt. De drukgegevens die direct vanaf een computer worden verzonden,
kunnen op de pers worden ontvangen na verificatie door controle van de
verificatiegegevens die vooraf in een persstuurprogramma van een client zijn
geconfigureerd, aan de hand van de gegevens die op de pers zijn vastgelegd.
8-2
Xerox
®
Versant 2100-pers
Handleiding voor de systeembeheerder