Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tcp/Ip - Xerox Versant 2100 Handleiding

Voor de systeembeheerder
Inhoudsopgave

Advertenties

TCP/IP

Transmission Control Protocol (TCP) en Internet Protocol (IP) zijn twee protocollen binnen
de internetprotocolreeks. Met IP wordt de overdracht van berichten tussen computers
geregeld, terwijl met TCP de daadwerkelijke verbinding tussen twee punten wordt
geregeld. Als de drukpers een geldig netwerkadres heeft, kunt u in CentreWare Internet
Services de TCP/IP-instellingen configureren.
U kunt IPv4-instellingen configureren op het bedieningspaneel van de drukpers of via
CentreWare Internet Services. IPv6 kunt u alleen via CentreWare Internet Services
configureren. U moet op de drukpers TCP/IP inschakelen om CentreWare Internet Services
te kunnen openen.
IPv6 is optioneel en kan naast of in plaats van IPv4 worden gebruikt. IPv6-host kunnen
zichzelf automatisch configureren als deze op een gerouteerd IPv6-netwerk zijn
aangesloten met Internet Control Message Protocol-versie 6 (ICMPv6). ICMPv6 voert
naast andere diagnostische functies foutrapportage voor IP uit. Bij eerste aansluiting
op een netwerk wordt door een host een "link-local multicast router solicitation"-aanvraag
voor configuratieparameters verzonden. Hierop wordt door routers geantwoord met een
routermeldingspakket met de configuratieparameters voor de netwerklaag.
TCP/IP-instellingen configureren in CentreWare Internet Services:
1. Selecteer het tabblad Eigenschappen in CentreWare Internet Services.
2. Selecteer Connectiviteit > Protocollen > TCP/IP.
3. Raak voor het inschakelen van zowel IPv4 als IPv6 IP-modus aan en selecteer IPv6
of Dual Stack.
4. Voer een unieke Hostnaam voor uw pers in.
De hostnaam is hetzelfde voor IPv4 en IPv6.
5. Selecteer in het vervolgkeuzemenu Adresresolutie de juiste methode voor het
verkrijgen van een dynamisch IP-adres.
Of selecteer Vast voor een vast IP-adres.
6. Als u Vast selecteert, voert u het IP-adres, Subnetmasker en Gateway-adres in de
bijbehorende velden in.
OPMERKING
Dit onderdeel is niet nodig als u in het vervolgkeuzemenu IP-adres verkrijgen DHCP,
BOOTP, RARP of DHCP/Autonet hebt geselecteerd.
7. Stel het Subnetmasker en Gateway-adres in.
OPMERKING
Dit onderdeel is niet nodig als u in het vervolgkeuzemenu IP-adres verkrijgen DHCP,
BOOTP, RARP of DHCP/Autonet hebt geselecteerd.
8. Voer een geldige Domeinnaam in.
9. Stel de DNS-configuratieinformatie in.
a) Selecteer Ingeschakeld naast DNS-serveradres automatisch verkrijgen om de
DHCP-server toe te staan het DNS-serveradres te leveren.
Xerox
®
Versant 2100-pers
Handleiding voor de systeembeheerder
CentreWare® Internet Services gebruiken
3-9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave