8.8.1
Filter reinigen
U kunt de filter (5) in de luchtafscheider (2) reinigen of
vervangen, zonder dat u hiervoor de luchtafscheider
hoeft te demonteren.
> Schroef het messingdeksel (4) van de stalen behui-
zing (6) af.
> Trek de filter (5) naar boven toe uit.
U kunt de filter met heet water reinigen of vervangen
door een nieuwe filter.
> Plaats de filter in de luchtafscheider.
> Schroef het messingdeksel op de luchtafscheider.
8.8.2 Luchtafscheider reinigen
Bij sterke vervuiling in de opvangbak (binnenin de behui-
zing naast de filter) kunt u de complete luchtafscheider
(2) demonteren, met heet water reinigen en weer terug-
plaatsen.
> Draai eerst de 1,5"-moer (1) van de onderste uitloop
los.
> Draai nu de behuizing om de as van de bovenste aan-
sluiting.
> Draai dan pas de kartelmoer (3) van de bovenste
inloop los.
> Schuif nu de behuizing omlaag en trek de complete
luchtafscheider naar voren toe uit.
> Demonteer de filter zoals beschreven in 8.8.1.
Nu kunt u de luchtafscheider en filter met heet water
reinigen.
> Ga voor het opnieuw inbouwen in omgekeerde volg-
orde te werk.
> Gebruik alleen nieuwe pakkingen en O-ringen!
8.9
Voordruk van het externe expansievat
controleren
> Meet de voordruk van het expansievat bij drukloos
toestel bij de teststomp van het vat.
> Vul het expansievat bij een druk van minder dan 75
kPa (0,75 bar) overeenkomstig de statische hoogte
van de CV-installatie met lucht bij.
> Komt bij de teststomp van het expansievat water naar
buiten, dan moet u het vat vervangen.
8.10
Aansluitdruk controleren (gasstroomdruk)
Voor de controle van de aansluitdruk gaat u te werk
zoals beschreven in hfdst. 6.3.2.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC exclusiv 0020116694_01
Inspectie en onderhoud 8
8.11
CO
-gehalte controleren
2
i
Het is niet absoluut vereist dat u het
CO2-gehalte bij het onderhoud en de inspec-
tie van de CV-ketel controleert.
> Voor de controle van het CO
hfdst. 6.3.3 beschreven te werk.
8.12
Proefdraaien
Voer na afsluiting van de onderhoudswerkzaamheden de
volgende controles uit:
> Stel het toestel volgens de bijbehorende bedienings-
handleiding in bedrijf.
Afb. 8.8 Lekkagecontrole
> Controleer of het toestel gas of water lekt.
> Controleer of de verbrandingsluchttoevoer/verbran-
dingsgasafvoer niet lekt of los zit.
> Controleer de werking van de verwarming
(¬ hfdst. 6.4.1) en de warmwaterbereiding
(¬ hfdst. 6.4.2).
> Noteer de uitgevoerde inspectie- en onderhoudswerk-
zaamheden op het daarvoor bedoelde formulier van
het inspectie- resp. onderhoudscontract.
-gehalte gaat u zoals in
2
51